Ex-triathlonner Gregor Stam moest wennen als ploegleider bij schaatsmarathons

Hij heeft even moeten wennen in het wereldje van het marathonschaatsen. Voor het grote publiek mogen die mannen van de lange adem dan de absolute doordouwers van het ijs zijn, die zich keer op keer het snot voor de ogen rijden; voor ex-triatleet en huidig Canenaar-ploegleider Gregor Stam hebben de wedstrijden over 100 ronden vaak nogal wat weg van een `niemendalletje', waarin hij langs de kant meer moet afzien dan zijn manschappen.

"In een kwart-triathlon ben je zeker zeven kwartier intensief bezig, met een schaatsmarathon ben je in een uurtje klaar. En dan zijn er nog jongens die van het ijs afstappen met de mededeling dat ze nog wel even hadden kunnen doorgaan. Als je weet dat je maar een uur hebt, dan gééf je in die periode toch alles...?'', meldt de Europees kampioen van 1985 vanaf zijn praatstoel. "Om over voetballers maar helemaal te zwijgen. Die kunnen tussen twee helften van drie kwartier nog een kwartier uitblazen ook. Terwijl ik in de training voor een duurloop van anderhalf uur m'n hand niet omdraaide. Zonder rust...''

Vandaar ook dat hij niets van Nederlands populairste sport moet hebben. "Ik ben één keer naar een wedstrijd geweest. En dat kaartje kostte me op de zwarte markt nog 100 gulden ook. Nederland - België, we gingen zogenaamd naar Mexico...nou, we gingen niet. En na afloop was er amper een speler die het groen van het gras aan zijn broek had'', sneert Stam, die zich sinds ruim twee jaar als ploegleider ophoudt langs de rand van de Nederlandse kunstijsbanen en het buitenlandse natuurproduct. "Ik ben nooit meer geweest, alleen Feyenoord spreekt me nog een beetje aan. Omdat thuis de rest van de familie voor Ajax was en omdat ze in Rotterdam tenminste wérkvoetbal spelen.''

Algemeen Dagblad (Dick van Gangelen; 11-11-99)


www.MARATHONSCHAATSEN.nl