Erik Hulzebosch is zichzelf weer

Het gaat goed met Erik Hulzebosch. "Super," zegt bij. Op alle fronten. "Ik heb een bult optredens en ik heb dit skeelerseizoen alle klassiekers gewonnen." Dat het hem op sportief gebied goed gaat, staat Hulzebosch wel aan. Want even zag het er naar uit dat zijn sportieve loopbaan zou ondersneeuwen onder het geweld van zijn werk als entertainer. Maar het lijkt erop dat Erik Hulzebosch de balans gevonden heeft. Erik Hulzebosch is zichzelf weer.

De grote ommezwaai kwam voor Erik Hulzebosch toen hij op 4 januari 1997 achter Henk Angenent over de streep gleed op de Bonkevaart. De verliezer was plotseling artiest. Hij trad op in kroegen, stond op beurzen, opende winkels en was bijna niet van de buis te slaan. Voor de nieuwbakken 'Bekende Nederlander', waren het allemaal uitstekende manieren om brood op de plank te krijgen. Maar er was ook een keerzijde. Het aantal sportieve triomfen werd er niet groter op. Maar Hulzebosch is terug."Bijna zoals in mijn beste tijd," vindt hij. 'Zoeken naar verklaringen hoeft niet lang te duren. "Ik heb hard getraind. Dat on doordat ik wat andere klussen heb gedaan. Wat minder 's nachts. Daardoor is mijn leven regelmatiger geworden. Dat is een hele verandering. Twee jaar geleden dacht ik nog dat ik het allemaal wel kon combineren. Dat kon dus niet 'ik pakte alles aan en ik kreeg veel te weinig rust. Maar ja, ik dacht dat het na twee maanden wel over zou zijn'.
Maar het is inmiddels drie jaar en zo'n driehonderd optredens als zanger verder en het is nog steeds niet afgelopen. Hulzebosch bouwt nu al dik twee jaar aan een loopbaan in het artiestenvak en het loopt als een trein. "Maar ik ben altijd nog sportman. Ik wil nog wel een jaartje of tien mee, dus op dat gebied moest het anders. Ik ben een stuk serieuzer geworden. Ik doe nog steeds van alles, maar er zit meer regelmaat in. Ik laat nu ook wel eens een klusje schieten en ik ga de twee dagen voor een belangrijke klassieker niet meer op een beurs staan."

Hulzebosch zag in dat een volle agenda als artiest alles te maken had met een mooie loopbaan als sportman. "Als ik op schaatsen en skeelers niet presteer, levert dat slechte publiciteit op. Dat is slecht voor mijn sponsor en slecht voor mij. En ik neem geen genoegen met een beetje meerijden; ik wilde er weer echt staan."
Dus moest het roer om. "Niet dat ik eerst leefde als een beest. Maar je weet hoe dat gaat. Het is gezellig, je neemt eens wat vaker een sigaretje, je blijft wat langer hangen, drinkt een biertje. Als iemand met een kantoorbaan dat doet wordt zijn werk er niks minder van. Maar als sportman word je er direct op afgerekend. Ik heb ook in die tijd nooit echt slecht gereden, maar ik kon niet de topprestatie leveren die de mensen van me verwachtten."

Er waren wel eens kritische geluiden in de wandelgangen. Hulzebosch zou alleen maar aan geld denken, en de sport zou hem niet meer kunnen schelen. "Waar die geluiden ook vandaan kwamen, niet uit het peloton. Die jongens gunnen het me van harte dat ik een paar centen verdien. Het is niet zoals in de tennis- of de voetbalwereld. Als Patrick Kluivert een boek schrijft, levert dat goudgeld op. In het schaats- en skeelerwereldje is veel minder te halen. Als daar dan eens iets extra's te pakken is, gunt iedereen je dat van harte. Er zijn zelfs rijders die af en toe met me meegaan. Vinden ze leuk."
Hulzebosch is er blij mee dat zijn entree in de wondere wereld van de artiest hem een boterham oplevert. Maar het is niet zo dat het me alleen maar om het geld gaat. Het is zo'n mooie wereld. Ik heb voor zalen met tienduizend mensen opgetreden en voor zaaltjes met tien man. Ik ben even artiest geweest en dat is toch geweldig. Dat is niet in geld uit te drukken en die prachtige ervaringen kan niemand me meer afpakken."
Maar Hulzebosch doet meer dan zingen. Hij steekt ook regelmatig zijn neus om de hoek in het bedrijfsleven, de laatste tijd ook om zijn mountainbike-clinics een beetje aan de man te brengen. "Daar heb ik ineens met directeuren te maken. Heel apart. Ik ben meer een jongen voor het gewone, volk, maar als je een tijdje met zo'n directeur praat en je denkt dat koffertje en het driedelige pak weg, blijkt dat vaak ook maar een gewone boer."

Hulzebosch is Hulzebosch gebleven. Wie hem wat langer kent, weet dat hij altijd plat praat. Niet alleen als er een camera en een microfoon in de buurt zijn. Maar toch is er het één en ander veranderd. "Ik heb veel meer zelfvertrouwen dan vroeger. Dat heb ik vooral aan de sport te danken. Als ik vroeger werd gehuldigd als winnaar, zei ik alleen maar "ja", en "nee". En ik stotterde ook nog.
Dat was zo verschrikkelijk. Ze kunnen je beter elk jaar beide benen breken. Maar ik ben van het stotteren af en dat is zuiver een kwestie van zelfvertrouwen. Dat ik van dat stotteren af ben, is misschien wel mijn grootste winst.'

Bron: Hans Wilbrink (Diverse dagbladen; Auteur: Rob van der Heiden; 17/18-09-99)


www.MARATHONSCHAATSEN.nl