Boek Marnix ten Kortenaar: Een schaatser over strips, boeddhisme, doping en vogelpoep

Marnix ten Kortenaar is al jaren een kleurrijk fenomeen in de schaatswereld. Vorig jaar nam hij als Oostenrijker deel aan de Olympische Spelen. Nooit zit hij verlegen om een smeuïg verhaal. Dit jaar promoveert hij aan de universiteit van Delft tot doctor in de chemie. En aan de vooravond van het EK allround in Heerenveen, waarop hij ook vanavond zal acteren namens Oostenrijk, verscheen van zijn hand de eerste schaatsroman: 'Op weg naar het licht'.

Het is een geromantiseerd verhaal over de binnenkant' van het leven als schaatser, vol grappige anekdotes (voor zeventig procent op waarheid gebaseerd, voor dertig procent fictie'). Maar het boek heeft nog twee lagen, legde Ten Kortenaar in Thialf uit. "De tweede laag is de zoektocht naar een geestelijke balans. Een zoektocht naar de maximale topprestatie, waarbij lichaam en geest volstrekt in evenwicht zijn. Op zoek naar een bijna religieuze trance, een toestand die tot gevolg heeft dat je je na een race afvraagt: het ging perfect maar hoe deed ik het eigenlijk?'

Maar het boek heeft volgens Ten Kortenaar een nóg diepere betekenis die alleen voor de fijnproevers te achterhalen is. "Het is ook een zoektocht naar de zin van het leven.' Volgens de debuterende romancier is sport bij uitstek een metafoor voor het bestaan. "Sport is een middel om de essentie van het leven te vinden. Omdat sport heel primair is. Alle gedachten, al je fatsoen gaan aan de kant. Sport is gevoel.'

Hij zette vorig jaar oktober voor het eerst de pen op papier omdat hij zijn belevenissen wilde vastleggen. "Dan kan ik later aan mijn kleinkinderen laten zien: kijk jongens, opa heeft ook geschaatst.' De belangrijkste aanzet voor de thematiek is het overlijden van zijn vader geweest. Hij schrijft er ontroerend over: "Op een zaterdagmorgen in oktober had ik het bericht gekregen dat mijn vader plotseling aan een hartaanval was gestorven. Ik was in ongeloof en verdriet direct naar het strand gerend en was in dichte mist aan de waterrand gaan zitten.'

Ten Kortenaar gaat in het boek op zoek naar een situatie waarin hij boven zichzelf uitstijgt. Een tijdloze trance, die hij uiteindelijk zal bereiken tijdens de race van zijn leven: de vijf kilometer in Nagano. Hij rijdt zijn snelste tijd ooit (6.38). Hij beschrijft de race zeer associatief. Uiteindelijk bereikt hij zijn schaatsdood. "Geleidelijk verloor ik het contact met mijn lichaam. 'Hij had gezocht wat hij vond: het onbewuste. Vandaar de wat new age-achtige titel: Op weg naar het licht'. Ten Kortenaar lardeert zijn Bildungsroman met kostelijke verhalen over zijn avonturen. Het gaat over strips en vogelpoep, doping en boeddhisme.

Met advies van Martin Ros schreef Ten Kortenaar vanuit een pure passie, zijn stijl is helder en niet gewild literair. Op zijn huis-tuin-en-keuken-filosofie en surrealistische 'hersenspinsels' valt genoeg af te dingen, maar vermakelijk is 'Op weg naar het licht', uitgegeven door Aspekt (25 gulden), alleszins.

Bron: De Limburger (John Graat; 08-01-99) 


www.MARATHONSCHAATSEN.nl