Marnix ten Kortenaar ziet het licht

De vraag komt onverwacht, maar toch hoeft Marnix ten Kortenaar er niet lang over na te denken. De schaatsende chemicus, die reikhalsend uitkijkt naar de presentatie van zijn boek (woensdag) en het EK allround (komend weekend) mag één van drie wensen doen. Wil hij iets uitvinden in de laboratoria van de TU Delft, gehuldigd worden als Europees schaatskampioen of over een tijdje constateren dat je eerste boek meteen een bestseller is. 'Doe mij maar die prachtige uitvinding. Omdat dat de hele wereld een stuk mooier maakt. Dat boek en die Europese titel zouden alleen mij mooier maken.'

Marnix leeft in verschillende werelden. Het is het verhaal van de schaatser en de doctorandus. Op de TU, te midden van scheikundigen, denkt hij soms: straks ben ik doctor, werk ik bij AKZO of zo en heb ik een prima leventje. Hij kan op zulke momenten de sport goed relativeren. Maar eenmaal op de ijsbaan is het juist andersom. Dan ziet hij de nadelen van dat andere wereldje. Heel veel werk in heel weinig stoppen. Een wetenschappelijk stukje schrijven. Een publicatie in een tijdschrift dat ergens weggestopt in een archief komt te liggen. Met een beetje geluk leest iemand het ooit nog eens.

Met zijn boek moet dat anders gaan. Zal het anders gaan. Hoopt hij. Ook daar heeft hij hard aan gewerkt, want wat hij doet, doet hij met volle overgave. Op donkere avonden, tijdens de lange trainingskampen, las hij er wel eens uit voor. En dan was iedereen stil. Van schaatsvriend Bart Veldkamp tot manager Conrad Alleblas, van de trainers tot de concurrenten in de sport. Luisteren naar hem is luisteren naar verhalen met diepere achtergronden. Want de doctorandus, de schaatser en de auteur is ook filosoof. De doener is tevens denker. Dat probeert hij in zijn boek ook duidelijk te maken. 'Maar', haast hij zich te zeggen, 'er staan ook grappige dingen in hoor. Niet dat de mensen die dit lezen denkene dat het alleen maar ernst is.' Dat is het dus niet. Maar het zijn juist die serieuze dingen die beklijven.

'Op weg naar het licht'. Alleen die titel al. Heeft hij dat licht ook uiteindelijk gevonden? Wie hem hoort praten denkt misschien van niet, maar de echte toehoorder weet wel beter. Allereerst is er de 'bedriegelijke' constatering dat hij niet weet wat hij in de toekomst gaat doen. 'Op de TU ben ik bezig met promoveren op het vakgebied fysische chemie. Microchips nog kleiner maken, dat is wel leuk, maar ik zou daarmee niet oud willen worden. Ik ben bezig met uitvindingen, maar ze zijn me niet relevant genoeg. Een medicijn ontdekken tegen kanker, dat is pas wat. Maar zoiets is te biologisch voor mij, dat kan ik wel vergeten.'

'Momenteel ben ik weer vooral schaatser. Ook leuk. Maar om nou tot het einde der tijden rondjes te draaien op de Haagse Uithof, nee, dat ook weer niet. Chemicus, schaatser en nu ook nog auteur, hoe meer ik doe, hoe meer ik de weg kwijt raak in het leven.' 'Dat boek heeft me een tijd in de greep gehouden. Nu het af is val ik toch even in een soort gat. Er is een mooi creatief idee weggevallen, iets wat een eigen leven in mijn hoofd was gaan leiden. Het was de laatste tijd zo dat ik in mijn eigen boek ging leven. In mijn eigen fantasieen. Het gaf een kick. Alles wat je creeert in wat voor vorm dan ook, geeft een gigantische voldoening. Je ontplooit jezelf, merkt dat je leeft.'

Veel op papier zetten over Marnix zelf en veel over de fantasieen van Marnix, dat is wat hij heeft gedaan. 'Eigenlijk kun je het vergelijken met het rijden van een tien kilometer. Je hoort het publiek, je ziet de rondetijden en dan wordt het je opeens zwart voor de ogen. Wat denk je dan? Wat voel je dan? Wat is echt, wat is fantasie? Wat hangt daar tussenin?' Vragen waarop Marnix antwoord probeert te geven. In een boek dat veel meer is dan een sportboek. 'De mensen moeten het maar lezen en ieder mag er het zijne over denken.Eigenlijk is iedereen op zoek naar het licht. De ene groep vindt dat onzin en zegt: je vindt het toch niet. De andere groep blijft zoeken en vindt het wel. Voor even. In de wereld volgens Ten Kortenaar kom je pas verder als je weet waar je heen gaat. 'Op het moment dat je weet waarom je hier bent, kom je verder in alles wat je doet. Op het eerste moment lijkt niemand dat te weten, maar ik denk dat iedereen het wel weet. Als hij tenminste goed naar zichzelf wil luisteren. Ik weet waarom ik hier ben en waar ik heen ga. We zijn geestjes die in lichamen zijn gedrukt. Ga je dood, dan blijft dat geestje keurig over.'

Bron: Amersfoortse Courant (05-01-99)


 


www.MARATHONSCHAATSEN.nl