Piet Kleine bezorgt zijn laatste schaatspost

De schaatslegende komt al weken niet aan zijn normale rustige leventje toe. 'Iedereen' wil wel wat van hem weten. Want postbode Piet Kleine, het 49-jarige biologische wonder uit Drenthe, rijdt zaterdag in Assen zijn laatste wedstrijd. Ruim dertig jaar hield hij het vol op de smalle ijzers.

Kleine, de eenvoud in persoon, had liever in stilte afscheid genomen. "Op elke ijsbaan waar ik de laatste tijd een marathon rijd, word ik uitgebreid gehuldigd. De winnaars staan voortdurend in de schaduw. Ik had nooit verwacht dat mijn afscheid zoveel los zou maken."

Kleine werd schaatsvedette tegen wil en dank. Nooit is hij een makkelijke prater geweest. Volzinnen zijn hem vreemd, net als grootspraak. Maar die ene vraag van hem na het winnen van de gouden medaille op de Olympische 10 km in Innsbruck in 1976 is iedereen bij gebleven. Hij vroeg aan minister van CRM Van Doorn nederig een baantje als postbode. Hij brengt sindsdien nog steeds brieven rond. "Ik ben daar gelukkig mee. Anders had ik nooit zo lang met schaatsen door kunnen gaan. Het was een ideale combinatie."

Als allrounder en man van de lange adem behaalde Kleine grote successen. Naast het goud van Innsbruck (1976), veroverde hij de wereldtitel in Heerenveen ('76), won hij zilver op de Olympische 10 km in Lake Placid ('80) en was hij wereldrecordhouder op zowel de 5 als de 10 km. In 1981 sloot hij zijn loopbaan als langebaanschaatser af.

Vijf jaar later maakte Kleine zijn debuut in het marathonpeloton. Daarvoor had hij geen schaats meer aangeraakt. "Ik deed alleen wat aan wielrennen en heb met de nationale tijdritploeg nog aan de WK meegedaan. We werden vijfde."

Maar in 1985 hield hij het fietsen abrupt voor gezien. Zonder de zware inspanningen raakte Kleine's lichaam echter behoorlijk ontregeld. "Ik kreeg veel last van hartkloppingen. Ik dacht zelfs dat ik dood ging. Ik moest van de dokter weer gaan trainen. Ik heb toen de schaatsen maar weer uit het vet gehaald en kreeg zin om marathons te rijden. Ik voelde me meteen weer beter. Nu ik definitief stop, ben ik best wel bang dat de hartkloppingen terugkomen. Ik wil daarom ook heel goed aftrainen."

De liefde voor de sport kent voor Kleine geen grenzen. "Het is een soort verslaving. Ik heb nooit voor de roem geschaatst. Ik ben een echte liefhebber. In mijn loopbaan heb ik heel veel kernploegleden gezien die hun sport vol overgave bedreven. Eenmaal gestopt, zag je ze nooit meer terug. Die jongens hebben dus nooit plezier in hun sport gehad. Ik kan me zoiets niet voorstellen. Ik geniet net zoveel van een training als van een wedstrijd."

Ook oud-schaatser Andre Hoffman
stelt zich op de hoogte
:

"Ooit ben ik de Grossglöckner opgefietst. Ik kan me nog heel goed het gevoel herinneren toen ik boven op die berg stond. Ik beleefde die prestatie nog intenser dan het Olympisch goud in Innsbruck. Ik was zo ontspannen en zo tevreden."

In de marathonwereld had Kleine het aanvankelijk moeilijk. Hij trof er geen keurig geprepareerde ijsvloer aan, waarop hij naar hartelust met zijn sublieme schaatstechniek kon zwieren en zwaaien. "Ik had gedacht, dat ik makkelijk mee zou draaien. Dat viel vies tegen. Ik moest in het gedrang van het peloton steeds mijn lange slagen afbreken. Dat kostte veel kracht. Mijn techniek heb ik aan moeten passen."

In totaal won Kleine dertien marathons. In 1990 veroverde hij de Nederlandse titel op kunstijs. Op natuurijs zegevierde hij in Gieten en hij schreef vorig seizoen in Japan de alternatieve Elfstedentocht op zijn naam.

De echte tocht in Friesland bracht hem in 1997 geen geluk. Kleine finishte als vijfde, maar werd gediskwalificeerd. In Hindeloopen had hij een stempelpost gemist. Nog dagelijks spreken mensen hem er op aan. Hij is nog steeds kwaad op de bestuursleden van de Vereniging Friesche Elf Steden en liet door een collegapostbode het nagezonden kruisje terugsturen. "Het is niet meer van deze tijd om iemand voor het missen van een stempel te diskwalificeren."

De 'stempelaffaire' maakte van Kleine een nog grotere held. Het volk had medelijden met hem. Dat resulteerde in verschillende ludieke acties. Een stempelhokje in Kleine's tuin, een lied 'Piet vergeet je stempel niet', cadeaus van juweliers in de vorm van gouden Elfstedenkruisjes, en de brug in Hindeloopen die officieel tot het Kleinebruggetje werd omgedoopt. "Vooral dat laatste was een hele eer. Normaal is zoiets alleen weggelegd voor dode beroemdheden", lacht Kleine.

De schaatsende postbode Kleine heeft een prachtige lange loopbaan gehad. Er groeit nog steeds eelt op zijn schouders van alle complimenten. Het maakt hem allemaal niet veel uit. Maar dat ene compliment van vijfvoudig Olympisch kampioen Eric Heiden vergeet hij nooit meer. "Heiden noemde me laatst de beste schaatser aller tijden en daar kreeg ik toch een brok van in mijn keel."

ANP, 21-02-01


www.MARATHONSCHAATSEN.nl