Jeen van den Berg was niet de sterkste maar de slimste

Vijftig jaar na de roemruchte Elfstedentocht van 1954

Bijna dagelijks wordt de nu 76-jarige Jeen van den Berg herinnerd aan zijn overwinning in de Elfstedentocht van 3 februari 1954. Het doet de Heerenvener zichtbaar goed en hij wil ook best bekennen dat de zege van toen hem ook heel veel goeds heeft gebracht. Toch wil Van den Berg doen geloven dat het nu maar eens afgelopen moet zijn. Daarom nog één keer het verhaal dan. Dat wordt dan de afsluiting in zijn negentiende plakboek. Zegt hij.

Want wie Jeen van den Berg een klein beetje kent, weet dat hij natuurlijk maar wat trots is op zijn zeven elfstedenkruisjes en dat ene gouden exemplaar dat het bewijs is dat hij toch echt één keer als eerste over de streep kwam. Van den Berg woont nu op 1374 meter van de kunstijsbaan in Heerenveen. Hij kan het pad er naar toe wel dromen. Nog steeds schaatst hij er in het winterseizoen liefst dagelijks zijn rondjes en geeft één ochtend per week schaatsles aan wat hij noemt 'huisvrouwen die eindelijk een keer willen leren schaatsen'. Van den Berg geniet daar misschien zelf nog wel het meest van.

Hoewel het aan de buitenkant soms anders doet vermoeden, weet hij maar al te goed dat er veel meer is dan sport. Dingen waar de Heerenvener nu vooral ook heel dankbaar voor is. Drie jaar geleden bijvoorbeeld werd hij getroffen door een hersenbloeding. ,,Foar my sels like op dat stuit it belangrykste dat ik nea wer reedride koe. Mar ik wit no dat der oars ek safolle moais is om foar te libjen.''

Betekent dat dat in huize Van den Berg tot die tijd schaatsen altijd het belangrijkste was? ,,Seker net. Ik sil it dy noch sterker fertelle. By my yn 'e hûs is der al dy jierren eins nea oer it riden praat. De frou woe dat net en ik bin har dêr no o sa tankber foar. Sa koe it ek dat ús jongste dochter Metty al in jier as tsien wie, doe't sy fan skoalle thús kaam en sei dat de master ferteld hie dat ik de Alfestêdetocht in kear wûn hie. Sy woe it net earder leauwe as dat master sjen liet dat it yn in boekje stie. Al dy jierren hie it bern it fan ús nea earder heard.''

Van den Berg vertelt ook dat er na het succes van 1953 in zijn woonplaats Nij Beets hooguit veertien dagen daarna nog op werd aangesproken. ,,Sa as it no giet mei mannen as Henk Angenent en Erik Hulzebosch, is yn myn eagen te gek foar wurden. Mar ik wit it, tiden hawwe tiden en miskien hie ik ek sa mâl wol dien as ik no sukses hie.''

Als Van den Berg dan toch even terug gaat naar wat van hem een halve eeuw geleden de Jeen van den Berg van nu maakte, zegt hij dat hij toen geluk heeft gehad en in de Elfstedentocht van 1956 en 1963, toen hij fysiek veel sterker was, gewoon pech had. Hij werd toen respectievelijk zesde en derde.,,Yn 1963 wie ik folslein snieblyn en haw ik in heal jier noadich hân om wer by te kommen. Ik wit no dat soks elkenien oerkomme kin. Mar ik bin bliid dat ik dêrnei dochs wer goed ride koe. En ik bin ek o sa bliid dat ik no noch altyd lêze kin sûnder bril.''

'De slimste'

Van den Berg doet er alles aan om het verhaal een andere wending te geven, maar toch even terug naar de tocht van 1953. Jan Charisius lijkt favoriet. Hij zorgt voor de beslissende afscheiding en doet onderweg ook het meeste kopwerk. Van den Berg wil nu wel bekennen dat hij zo slim was dat hij steeds achter de brede rug van Charisius reed. Van den Berg weet ook dat er mensen zijn die hem misschien daarom de zege nog steeds niet gunnen. In de kopgroep leek het onder de rook van Leeuwarden inderdaad wel een koude oorlog, zegt Van den Berg nu. Het gaat in de nasleep zelfs zover dat het elfstedenbestuur wordt bestookt met boze brieven van mensen die het niet eens zijn met de uitslag, omdat de laatste 500 meter voor teveel verwarring heeft gezorgd. Van den Berg heeft daar op dat moment - en nu zeker - geen boodschap aan. ,,Wat haw ik riden, wat haw ik riden. Mar jonges, hoe bestiet it dat ik ek noch wûn haw'', klinkt het meteen na de finish als hij zijn verhaal aan de journalisten doet.

Hoe het bestond? Van den Berg zegt dat hij gewoon de slimste was. Hij hield het hoofd koel op een moment dat er verwarring ontstond over de plaats van het finishdoek. Er hing een bordje met 'Finish' en Van den Berg was de eerste die door had dat er in kleine letters ook nog onder stond '500 meter' . ,,Ik hie de wil om te winnen en dat is wat jo as sportman fansels hawwe moatte. Mar foaral ek dat rekord. Dat siet my yn 'e holle, dat woe ik ha.'' Het zou lang duren vóór dat het weer een beetje goed kwam tussen de vier verliezers en Jeen van den Berg. Sterker nog, er zijn nog altijd een paar mannen die elkaar tot op de dag van vandaag gewoon liever niet zien. Ergens kan Van den Berg het zich daarom wel voorstellen dat de vijf die de kopgroep twee jaar later vormden, besloten om tegelijk over de streep te gaan.

Bizarre ontknoping

In de Elfstedentocht van 1956 waren het opnieuw Anton Verhoeven, Aad de Koning en Jeen Nauta, die samen met Maus Wijnhout en Jan van der Hoorn op Leeuwarden af gingen en zorgden voor een bizarre ontknoping. ,,Miskien hie ik doe it selde wol dien. Mar dat kin ik no maklik sizze fansels, om 't ik der doe net by siet.''

Van den Berg is een levende legende in de schaatswereld. Hij wil zelf nog graag even kwijt dat hij de enige elfstedenwinnaar is die als langebaanschaatser ook nog tweemaal (1956 en 1960) meedeed aan de Olympische Spelen. Nog een keer de Elfstedentocht rijden zit er voor hem niet in. Hij leverde zijn startrecht immers in en staat bij de Elfstedenvereniging nu nog ingeschreven als niet-rijdend lid. ,,Ik nim gjin risiko's mear, ik wit no dat it libben dêr te moai is foar is.''


Bron: Friesch Dagblad (Bram Buruma)

© marathonschaatsen.nl


www.MARATHONSCHAATSEN.nl