Bertjan van der Veen wil schaatsmarathons zwaarder maken

Pleidooi voor meer beulswerk

Die 100 kilometer vandaag, op het bevroren water van de Weissensee, het is Bertjan van der Veen allemaal te licht en te kort. De Jouster marathoncrack kijkt een dag voor het Open NK op natuurijs naar buiten en ziet een hemelsblauwe lucht boven het Oostenrijkse Techendorf, dezer dagen warempel een Hollandse schaatskolonie. De zon schijnt weldadig. Mooie ansichtkaart met al die honderden toerschaatsers op het meer, daar niet van, maar Van der Veen hoopt voor vandaag stilletjes op fikse sneeuwjachten, op kou en ontbering.

Ook in de rijdersraad, het parlement van deze duursporters, heeft de blonde Fries zich deze week opgeworpen als pleitbezorger om de schaatsmarathon te verzwaren. Een marathon van 100 ronden (40 km), dat is geen marathon in de beleving van de voormalig Nederlands kampioen op kunstijs (2000, 2002). Dat moeten minstens 25 rondjes meer worden. En het aantal marathons van 150 ronden (60 km) moet worden uitgebreid. Zijn pleidooi heeft hij gistermiddag namens de rijders voorgelegd aan de sectie marathonschaatsen van de KNSB. ,,Een marathon van 100 ronden is tegenwoordig binnen 52 tot 53 minuten gepiept. Daarvoor zit ik zomers niet vijf uur achtereen op de fiets'', zegt hij strijdvaardig. ,,Een marathon moet een marathon blijven, geen wedstrijd waarvan je van tevoren weet dat-ie uitdraait op een massasprint.''

Van der Veen zegt gehoor te vinden bij de andere rijders, die erkennen dat de aantrekkelijkheid van de uithoudingsproef op het ijs moet worden vergroot. De voormalige eigenaar van een sportschool in Joure gruwt eigenlijk van schaatsen met een dak boven je hoofd, het is voor hem tegennatuurlijk. Hij mag dan twee jaar de Nederlandse koning van het kunstijs zijn geweest, liever schaatst hij buiten, op de bevroren Weissensee bijvoorbeeld. ,,Maar dan met scheuren in het ijs, niet zoals vorig jaar, toen het leek alsof de Zamboni aan het werk was geweest.''

Ook de lengte van het Open NK (100 kilometer) van vandaag is in zijn ogen wat te kort. ,,Als ik de mogelijkheid krijg om te winnen, dan grijp ik die natuurlijk met twee handen aan. Maar mijn streven is ooit een wedstrijd over 200 kilometer te winnen.'' Het trefwoord is gevallen: de tocht langs 11 steden in zijn geboorteprovincie. In 1997 reed hij zijn eerste en werd prompt 21ste.

Sindsdien wordt er rekening gehouden met de schaatsprof, die onlangs samen met zijn ploeggenoten KC Boutiette en Miel Rozendaal tekende bij het team van Time Out Sport/Zwembadplein. Van der Veen beseft echter dat de tijd begint te dringen. De laatste échte Elfstedentocht dateert van zeven jaar geleden; sindsdien zijn vele winters in de kracht van zijn schaatsleven zonder een Friese monstertocht voorbij gegaan. ,,Je krijgt in een mensenleven niet vaak de kans een Elfstedentocht te rijden, laat staan te winnen. Daarom hoop ik dat zich binnen twee jaar nog een keer zo'n mogelijkheid voordoet. Ik voel me zo sterk.''

In de tussentijd leeft hij als een echte schaatsprof. Talent, zo zegt hij, is niet langer voldoende om een wedstrijd te winnen. Het draait om karakter, toewijding en discipline. Een goede training maakt tegenwoordig nauwelijks verschil meer. Het peloton blijft steeds vaker bij elkaar, het eindschot is beslissend. De kanshebbers die hij noemt, zijn allen in staat op een goede dag te zegevieren. Daarom mag het van Van der Veen allemaal wat zwaarder. ,,Ik hoop op een weersomslag. Mensen die balen van de weersomstandigheden, die bij de start al roepen O nee hè. Die heb je dan alvast verslagen. Dat maakt mijn kans alleen maar groter.''


Bron: Algemeen Dagblad (Gerard den Elt)

© marathonschaatsen.nl


www.MARATHONSCHAATSEN.nl