Warmdraaien in Geleen voor de Weissensee

Een geweldige apotheose. In Geleen, halte nummer zestien op de marathonschaatsaffiche, moet de fotofinish eraan te pas komen om de Fransman Cedric Michaud te kunnen huldigen als winnaar. Jan Maarten Heideman staat er na de bijtende eindsprint beteuterd bij. De auto's op de parkeerplaats zijn gevuld met proviand en met koffers. Eerst nog een warme douche, een massage, een klein dutje en dan gas geven. Een groot deel van het marathonpeloton maakt zich na het optreden in Geleen op voor een lange nacht in de auto. Nog 900 km tot de Oostenrijkse Weissensee. Het vooruitzicht van natuurijs maakt in de schier onvermoeibare mannen onvermoede krachten los.

,,Elf uur wegrijden, morgenvroeg aankomen.'' Veteraan Wiel van Aken draait er zijn hand niet voor om. Jochem Janssen evenmin. ,,Ik vertrek maandagochtend om vijf uur. Ik haal mijn slaap wel in Oostenrijk in.'' Twee voorstellingen binnen een etmaal. Zaterdag Eindhoven (Heideman vóór Michaud), gisteren Geleen (Michaud dus voor Heideman). De ultieme test voor de Weissensee. Zaterdag het open NK, een week later de alternatieve Elfstedentocht over 200 km. Ook Henk Angenent is een man in vorm. Op de racebaan van Geleen, waar hij als laatste winnaar staat vermeld (1996), komt hij ondanks een zeer loffelijke uitbraakpoging met Harry Kuipers net nog wat te kort. Vier ronden voor de meet valt het duo ten prooi aan de klauwen van de jagende achtervolgers. De reünie in Geleen culmineert na honderd ronden plus een toegift van tien omlopen (voor de achttien rijders die het peloton dubbelden) opnieuw in een zinderend titanenduel Heideman-Michaud.
Klassementsleider Heideman explodeert als eerste in de laatste ronde. Maar met de meet in zicht worstelt Michaud zich langszij. En met een uiterste versnelling vliegt deze struikelend de fysiotherapeut uit Oldebroek voorbij. Michaud lacht zijn gulste lach. De veelvraat uit Saint Philbert de Grand Lieu is in eigen land een volstrekt onbekende. ,,Zelfs mijn buurman weet van niets. Begrijpt het ook niet. Als ik een stuk ga fietsen vraagt hij me of ik niet eens een keertje moet gaan werken.'' Maar in Nederland is hij samen met Heideman de Grande Vedette.
Het publiek (500 betalenden en 200 zwartkijkers) geniet onder een stralend zonnetje. ,,Ik heb genoten. Van het applaus, van de aanmoedigen,'' zegt Jochem Janssen. De 24-jarige Brunssummer uit de ploeg van Stehmann geldt als 'puntentikker' in het peloton. Hij staat tweede in het klassement van de tussensprints en droeg zelfs tweemaal de groene trui, maar komt er niet echt aan te pas (40ste plaats). ,,In 1996 stond ik nog te kijken langs de baan in Geleen en ben ik enthousiast geraakt. En nu rijd ik zelf mee tussen de toppers,'' aldus Janssen, die inmiddels studeert en werkt in Eindhoven.
Het peloton flitst voorbij. Een boeiend mozaïek van beweging. Prachtig gekleurde, soms fluorescerende pakken versmelten tot een bonte slinger. Ze hebben het zichtbaar zwaar, de mannen van de lange adem. Honderd ronden optornen tegen de wind. Er wordt hard gereden, veel gedemarreerd ook. ,,Geen dak, maar een lekker zonnetje. En dan die wind. Geleen is een verademing vergeleken bij al die overkapte banen,'' steekt Heideman de loftrompet af.
Bij de B-rijders is er weinig compassie voor Hans Hoefman. De timmerman uit Brunssum maakt een beroerde tijd door. Spanning en stress ontladen zich in tal van braakmomenten. ,,Ik heb nooit gedacht dat zo'n thuisrace zo veel spanning met zich mee kan brengen.'' Halverwege de race lijkt hij het geloof in een topklassering al te hebben opgegeven. Toch perst hij er pakweg twaalf ronden voor het einde nog een demarrage uit. ,,De dood of de gladiolen.'' Gebrek aan medewerking nekt hem echter. Moe en leeg beëindigt hij de wedstrijd als voorlaatste.
Wiel van Aken, de krasse crack uit Puth, vergaat het bij de veteranen haast idem dito. Hij geselt het peloton met demarrages, maar komt niet weg. Zeven ronden voor de verlossende meet, gaat hij alsnog op avontuur. Maar al gauw moet hij zijn inspanning bekopen met een kwellende inzinking. ,,De benen liepen vol.'' Een paar ronden later wordt hij opgevreten door het jagende peloton.


Bron: Dagblad De Limburger (Frans Dreissen)

© marathonschaatsen.nl


www.MARATHONSCHAATSEN.nl