Alt. 11-stedentocht groeide in 30 jaar uit tot nationaal schaatsfeest

De zegetocht van ŽDe kleine AdriaanŽ

Het begon allemaal dertig jaar geleden met een uittocht van zoŽn 800 schaatsliefhebbers naar het Noorse Lillehammer, waar de eerste Alternatieve Elfstedentocht werd georganiseerd. Strenge winters waren in 1974 net zo zeldzaam als tegenwoordig. Het fenomeen van de 200 kilometer marathons op buitenlands ijs is nu niet meer weg te denken uit de schaatskalender. Het jaarlijkse hoogtepunt van het seizoen vindt plaats in het Oostenrijkse Weissensee, dat al sinds 1989 wordt overspoeld door een invasie van Nederlandse schaatsliefhebbers. Ook dit jaar trekken er weer 5000 landgenoten naar het bergdorp. De grote organisator van het evenement is Aart Koopmans (56) uit Abbenes. Al dertig jaar is hij verslaafd aan zijn eigen uitvinding. Hij kreeg er op 1 december 1998 zelfs het Gross Kreuz des Verdienstes van het Bundesland Karinthië voor, omdat er via zijn organisatie liefst voor 22,5 miljoen euro aan deviezen het land waren binnengestroomd.

"Zo, daar hebben we de kleine Adriaan. Ga maar zitten, joh!" zei Wim Comello, directeur van de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijdersbond in zijn kantoor aan het Jan Willem Brouwersplein in Amsterdam op een vroege ochtend in september 1975 tegen het gezette ventje, dat zijn bureau binnenkwam. ŽDe kleine AdriaanŽ was Aart Koopmans, de 26-jarige zoon van Bram Koopmans en Bram was een autoriteit in de Nederlandse sportwereld. Vooral in het wielrennen was hij een beroemdheid, maar hij was ook uitbater van restaurant De Scheve Schaats op de Jaap Eden-kunstijsbaan in Amsterdam, waar in de winter van 1972 de eerste clandestiene marathons op kunstijs waren gereden.

De zoon had op bevel van zijn gezaghebbende vader een gesprek aangevraagd met Comello, toen de absolute baas van het schaatsenrijden in Nederland. "Comello was zoŽn beetje de god van het ijs", zegt Koopmans. "Ik was betrokken geraakt bij het plan om in Finland een alternatieve elfstedentocht te houden. Er was in 1974 al een eerste tocht bij Lillehammer in Noorwegen gereden, maar een jaar later bleek het ijs daar niet betrouwbaar en moest de zaak worden afgelast. In Finland was bij Lahti meer zekerheid op goed ijs. Daar wilden wij gaan organiseren in samenwerking met Finnair, de luchtvaartmaatschappij. Van pa moest ik Comello informeren, maar die zei slechts: ŽMet Finland hebben wij niets te maken. Ik wens je veel succes.Ž" Wel vroeg de baas van de KNSB aan "dat joch van Koopmans" of hij in Finland eens wilde rondkijken naar wat vingerhoedjes, "want die spaart mijn vrouw".

In februari 1976 keerde Aart terug op het bondskantoor. Schaatsfenomeen Jan Roelof Kruithof uit Havelte had op 31 januari zijn tweede Alternatieve Elfstedentocht gewonnen in Finland. Het evenement was een doorslaand succes geworden en Aart had zijn boodschappen voor mevrouw Comello gedaan. Met enige trots zette hij een reeks vingerhoedjes voor de voornaamste schaatsbobo van Nederland op tafel, maar tot zijn verbazing keek Comello er nauwelijks naar, maar zei: "Tja, Aart, dat gedoe in Finland kan zo maar niet. Jullie zijn geen lid van de bond!"

Nu - bijna dertig jaar later - zegt Aart Koopmans nog steeds verbaasd: "Het wantrouwen was volledig omgeslagen. Er was succes en daar wilde Comello ook wel in meedoen. Maar ja, zo werkte dat natuurlijk niet. Eigenlijk is dat de aanleiding geworden van bijna dertig jaar vechten met de bond. Pas sinds vorig jaar kunnen we van een optimale relatie spreken. Daarvoor was er altijd op allerlei punten tegenwerking." Voor het gewone schaatsvolk maakte dat niets uit. Koopmans evenementen zijn al decennia lang een doorslaand succes, maar bereikten pas echt een hoogtepunt toen het wondermeer van Weissensee in het Oostenrijkse Karinthië werd ontdekt.

Volgende week trekken er zoŽn 5000 Nederlandse schaatsliefhebbers naar toe, waarvan het merendeel van de 3400 actieve rijders het uitputtende mentale gevecht met de 200 kilometers zal aangaan. Er zijn drie tochten over deze afstand nodig om alle deelnemers te verwerken. ŽDe kleine AdriaanŽ van 1975 staat dan met zijn medebestuurders van de Stichting Wintermarathon en een staf van vijftig medewerkers gereed om het iedereen naar de zin te maken. Het ventje van toen zorgde inmiddels voor spraakmakende ijsmarathons over de hele wereld. Hij leidde de schaatsers van Finland naar Canada, de Verenigde Staten, Polen, Japan en Oostenrijk. Komende zomer zullen er ook ruim 500 liefhebbers afreizen naar Patagonië in Argentinië voor de Maximarathon over 200 kilometer in juli, als het wintert in het land van prinses Maxima.

Op 1 december 1998 kreeg Aart Koopmans het Gross Kreuz des Verdienstes van het Bundesland Karinthië, de provincie waarin Weissensee ligt. Er was inmiddels 22,5 miljoen euro aan deviezen het land binnengekomen via de organisatie van de Amsterdammer. Inmiddels is dat bedrag alweer met zoŽn 13 miljoen euro opgelopen! De hectische weken van de voorbereiding zijn achter de rug, maar toch worden het spannende dagen, want Koopmans zit ook nog te wachten op een oproep voor een openhartoperatie. "Ik heb dringend een nieuwe hartklep nodig", zegt hij vrij laconiek, "maar dat hoort er kennelijk een beetje bij in ons bestuur." Hij doelt daarmee op het plotselinge overlijden van penningmeester Leo van Hees in mei 2002. Deze ramp leidde ertoe dat Aart Koopmans met het andere bestuurslid Fred Komijn naar de notaris ging om de toekomst van de stichting Wintermarathon veilig te stellen.

"De inkt van de acte, waarin wij onze opvolging hadden geregeld, was nog nat, toen Fred op de terugweg een acute hartaanval kreeg en vier weken aan de hartbewaking in het AMC in Amsterdam moest", zegt Koopmans. "Het gaat nu gelukkig weer goed met hem, maar terwijl Fred in het ziekenhuis lag, kreeg ik ook problemen. Ik bleek ook een mankement aan mijn hart te hebben." Inmiddels zijn er nieuwe bestuursleden aangetrokken, die de kar van de succesorganisatie in Weissensee kunnen trekken. In het verleden was dat wel anders. De Alternatieve Elfstedentochten leden lang een kwijnend bestaan, maar nadat er in 1985 een scheiding was ontstaan tussen de liefhebbers van Finland en degenen die wel eens wat anders wilden, kwam de kentering.

"We hadden een mooie locatie ontdekt bij de Mazurische meren in Polen", zegt Koopmans. "Er gingen 800 mensen mee, maar de helft keerde de eerste keer bij de Poolse grens weer terug, omdat de echte Elfstedentocht voor het eerst sinds 22 jaar weer werd uitgeschreven. Toch zetten we door, maar in 1987 liet de natuur ons in de steek. Er was geen ijs. We dachten aan een financiële ramp, maar dat pakte door onze evenementenverzekering volledig anders uit. Het bleek dat we ook al onze tijd, die we als vrijwilligers in de organisatie hadden gestoken, in rekening konden brengen. Uiteindelijk kwamen we er uit met een winst van 50.000 gulden. Zoveel geld hadden we nog nooit in kas gehad."

Wat volgde is het succesverhaal van Weissensee. Op 11 februari 1989 won Dries van Wijhe, de schaatslegende uit Kerkdorp bij Oldebroek, de eerste 200 kilometermarathon bij dit Oostenrijkse dorp. Als enige toprijder had hij zich niet gestoord aan een startverbod van de KNSB-marathoncommissie. "Er waren gelijk al 1200 mensen mee", zegt Aart Koopmans, "maar de overwinning van Dries kwam ons fantastisch uit. Het leverde gigantisch veel publiciteit op en daardoor namen de deelnemersaantallen nog sterk toe." Daardoor werd de financiële positie van de organisatie steeds sterker. Om het kapitaal niet dood te laten liegen werd in Nieuwebrug in Friesland een boerderij gekocht, die met hulp van veel vrijwilligers werd omgetoverd in een sporthotel met tien kamers, zwembad en sauna.

"De bedoeling was zo zekerheid te verschaffen voor de toekomst van ons schaatsevenement", zegt Koopmans, die momenteel druk bezig is zijn drukkerij in Sliedrecht te verkopen. "We hadden een heel lage hypotheek en als we dus eens een tegenslag in Oostenrijk hadden, konden we de hypotheek verhogen en zo toch blijven organiseren. Maar het pakte heel anders uit. Het hotel was al snel te klein. We verkochten het en investeerden in een andere boerderij bij Langelille. Die hadden we ook niet lang, door ruzie met een buurvrouw die een hotel naast haar deur niet zag zitten. De verkoop van de twee boerderijen vond plaats tijdens de onroerend goed hausse. Toen het allemaal achter de rug was, keken we stomverbaasd naar onze bankrekening: er was 850.000 gulden winst gemaakt." Met dat geld werd in Weissensee hotel Alte Post gekocht van de familie Muller. Er zijn nu bouwplannen voor twintig appartementen in het hotel, waarvan er inmiddels al negen verkocht zijn.

"We zijn een club, maar opereren als een onderneming", zegt Koopmans. "Alleen heeft niemand van het bestuur een salaris. We blijven vrijwilligers. Maar actief zijn we wel. Er liggen nu ook bouwplannen klaar voor een sporthotel in Vila Nova de Poiares. Dat ligt in de omgeving van Coimbra in centraal Portugal. Onze leden kunnen er vanaf volgend jaar tegen gereduceerde prijs naar toe. Het is een ideaal trainingsgebied in een soort Ardennenlandschap voor wielrenners." En de ŽClub van WeissenseeŽ is inmiddels omvangrijk. Het viermaal per jaar verschijnende Marathon Magazine, dat geheel gewijd is aan de activiteiten van Koopmans en zijn aanhangers, heeft een oplage van 8500 exemplaren.

Zo is alles rond de Alternatieve Elfstedentocht in Weissensee van enorme omvang geworden. Maar het doel is altijd hetzelfde gebleven: een aansprekend evenement voor het immense leger van Nederlandse schaatsfans. "De mooiste momenten liggen ook altijd op het ijs", zegt Žde kleine AdriaanŽ, die in dertig jaar tot de big boss van het buitenlandse natuurijs uitgroeide. "We maken buitengewoon hectische tijden mee in de voorbereiding, maar alles valt weg als een man als Jan Uitham na 200 kilometer over de finish komt. Hij is er al dertig jaar bij. In 1963 werd hij tweede in de beroemde Elfstedentocht van Reinier Paping. Jan deed toen 11 uur en 21 minuten over de 200 kilometer. Vorig jaar was hij bijna tachtig. Toch startte hij op de 200 kilometer. Hij had inmiddels een paar kunstknieën en kwam na 11 uur en 26 minuten over de finish. Vijf minuten trager dus dan veertig jaar eerder. Ik ving hem op en hij maakte mijn hele jaar in één klap goed met de opmerking: ŽIk leer het nooit, Aart. Vijf minuten trager dan in Ž63.Ž Kijk, op zoŽn moment is mijn dag helemaal goed."


Bron: De Telegraaf (Ron Couwenhoven)


Meer info: Weissensee 2004

© marathonschaatsen.nl


www.MARATHONSCHAATSEN.nl