Johan de Vreugd: ’Zoeken naar varianten op de traditie’

Bron: GPD (Eric Korver)

Johan de Vreugd is sinds dit seizoen voorzitter van de sectie marathon bij de KNSB, een taak die hij in het najaar overnam van Heinze Bakker. Aan de Weissensee was er gelegenheid om een tussenbalans op te maken. ,,De uitdaging is groter dan ik had gedacht’’, geeft de 44-jarige uitgever uit Doorn toe.

Wat tot nu toe opvalt, is vooral onrust. Met name rond de datum van het ONK, waarover zelfs de geschillencommissie zich heeft uitgesproken.

,,Dat is niet gegaan zoals het moest, maar wij moesten absoluut vasthouden aan de datum van 26 januari, omdat we voor die dag contractuele afspraken hadden met de NOS. Rijden op een andere dag zou ons televisieminuten hebben gekost. En wij hebben niet alleen met de organisatie in Oostenrijk te maken, maar ook met de rijdersraad, de VMS (Vereniging Marathonsponsors, red.) en sponsor Essent. Die belangen dienen wij te vertegenwoordigen.’’

Het begon al met het schrappen van het natuurijscircuit.

,,Dat was zo’n beetje mijn eerste mededeling als sectievoorzitter. Een erfenis van het verleden, maar zeker wel heel teleurstellend. Het idee is uitstekend, maar om het uit te voeren hadden we de tijd niet mee. Daarvoor zijn sponsors nodig en die zijn momenteel niet makkelijk te vinden. Het is makkelijker iets te verkopen dat er al is. Met zo’n circuit voor wedstrijden in Zweden, Finland, Oostenrijk en Canada ligt dat wat moeilijker.’’

Dat komt allemaal niet professioneel over.

,,Nee, maar daar leren we van. Na de zaak rond het ONK is duidelijk dat alleen de KNSB als spreekbuis moet fungeren. Daarover zullen we ook afspraken maken.’’

Binnen het peloton leeft het gevoel dat zaken eerder achteruit gegaan zijn dan vooruit.

,,Ben ik het niet mee eens, al kan ik me dat wel een beetje voorstellen. In het verleden zijn dingen uitgesproken die achteraf beter niet hadden kunnen worden gezegd. Daarmee zijn verwachtingen gewekt die we niet kunnen waarmaken. Mijn credo is altijd: je kunt zeggen wat je doet, maar je moet ook doen wat je zegt. En dat uiteraard wel binnen de mogelijkheden. Overigens worden er niet uit opzet allerlei dingen geroepen. Dat is een gevolg van enthousiasme bij mensen met veel liefde voor de sport. Over de kalender wordt ook veel gemord, en dan met name over de twee weken vrij rond de feestdagen. Dat is heel persoonlijk. De een vindt het prettig, de ander niet. En we maken het nooit iedereen naar de zin. Maar achteruitgang? Nee. Tien jaar geleden was het ondenkbaar dat iemand zijn brood verdiende met marathonschaatsen. En kijk nu eens.’’

Maar het was de bedoeling dat de sport zich zou doorontwikkelen.

,,Gebeurt ook. We zijn steeds bezig om te zien hoe we deze sport voor een breder publiek toegankelijk kunnen maken. Het concept van de driedaagse maakt daar ook deel van uit. Een initiatief waarover niet iedereen enthousiast was, maar de meeste mensen wel. Vooral het publiek. En dan zijn er rijders die zeggen dat het te ver afstaat van het echte marathonschaatsen. Kan zijn, maar ik spreek ook sponsors die zeggen dat ze er mee stoppen als het zo verder gaat. En die steken er veel geld in. Met alle respect voor de rijders: zij nemen straks afscheid. Maar de sport moet verder.’’

Waar liggen de mogelijkheden daartoe?

,,Ik denk dat we de ontwikkeling vooral moeten zoeken in het bedenken van varianten op de huidige formule. Dat kan naast de huidige vorm, maar we willen in ieder geval meer mensen bereiken. Onderzoek heeft uitgewezen dat 3,8 miljoen mensen geïnteresseerd zijn in marathonschaatsen. Een gigantische markt, voor ons én voor potentiële sponsors. Het is daarom een enorme uitdaging die aan te boren. Achter de schermen zijn we daar ook mee bezig.’’

Bijvoorbeeld met een deel van de competitie op zondagmiddag?

,,In ieder geval met nieuwe initiatieven. En of wedstrijden op zondag daarbij horen, hangt af van een aantal partijen, onder andere de media. Ik kan me voorstellen dat van een wedstrijd op zondagmiddag het laatste half uur live wordt uitgezonden, maar dan moeten we eerst iemand vinden die dat uitzendt. Het is nu onze taak formules te vinden die aanslaan bij het grote publiek en die bij voorbeeld ook nog eens aansluiten bij de mogelijke olympische variant. Dát is beleid, en dat stippelen we samen met de rijdersraad en de VMS uit. Niet iedereen zal het daarin altijd met ons eens zijn, maar als negentig procent zegt dat we op de goede koers zitten, dan zullen we die volgen.’’

© marathonschaatsen.nl


www.MARATHONSCHAATSEN.nl