Bijzonder schaatsidee komt altijd uit Gelselaar

Wat is er nou mooier dan schaatsen op natuurijs? Schaatsen tussen de wuivende rietkragen, het liefst onder een wolkenloze helderblauwe hemel. Maar wanneer kan dat nou, bijna nooit toch. Niet als het aan vader Arend en zoon Jan-Maarten Heideman ligt. De schaatsfamilie uit Gelselaar loopt weer voorop met een revolutionair idee.

De eerste slagen op het ijs. Arend Heideman leert zijn kinderen, onder wie Jan-Maarten, schaatsen op het bevroren water van slootjes en ondergelopen weilanden om de boerderij in het stiltegebied even buiten de bebouwde kom van Gelselaar. Het ijs kraakt, maar daar maalt niemand om. De koude wordt snel vergeten wanneer je ingespannen bezig bent.

‘Schaatsen is iets dat ik van mijn moeder heb geleerd’, zegt Arend Heideman. ‘Zij vertelde dat haar vader haar steeds had voorgehouden: volgend jaar ga ik je leren schaatsen. Maar het kwam er nooit van. Dan was er een winter zonder ijs en dan weer was het te druk met het werk. Toen wij nog jong waren, haalde zij daarom al schaatsen voor ons. En ik leerde het achter een stoeltje op een stuk ondergelopen land. Zo is het allemaal begonnen.’

Het schaatsen is een constante factor in het leven van de familie Heideman. Op zijn beurt gaat Arend met zijn kroost naar het ijs, ook als het niet vriest. Dan trekken ze in de vakanties baantjes op de baan in Deventer. ‘Maar toen dacht je er geen seconde aan, dat je met schaatsen iets zou kunnen. Dat je wedstrijden zou kunnen rijden, lacht Arend.

Jan-Maarten Heideman zit aanvankelijk op voetbal. Maar hij wil ook zo heel erg graag bij een echte schaatsclub. Vader is niet direct om, hij ziet de voordelen van een teamsport. Schaatsen als sport is hem eigenlijk te individualistisch. ‘Maar het gekke is’, leert Arend, ‘dat schaatsen juist een heel sociale bezigheid is. Er zijn tijdens de trainingen op de baan genoeg momenten dat de rijders kletsend een rondje uitrijden. En in de zomer trekken ze er gezamenlijk op uit om te trainen op de racefiets.’

Een ontdekkingreis rond de schaats. Schaatsen op de kunstijsbanen blijft altijd surrogaat. Er gaat niets boven de tochten tussen rietkragen, met een windje in de rug snoeihard glijden over zwart ijs. Ondertussen maakt Jan-Maarten Heideman kennis met trainer Ben Hogemans uit Neede. Hij geeft zijn pupillen mee dat behalve het lijf ook de schaatsen onderhouden moeten worden. ‘Hoe slijp je een mooie ronding in de ijzers bijvoorbeeld’, zegt Jan-Maarten. Bijna spelenderwijs - op de manier zoals Arend zijn kroost het schaatsen onder de knie laat krijgen - groeit bij Jan-Maarten en zijn vader de kennis en de nieuwsgierigheid naar alles wat met het materiaal te maken heeft.

Klapschaats

‘Het ging toch vaak onbewust. Er was dan sprake van een samenloop van omstandigheden’, begint Arend. ‘Via Hans Veldhuis van het Almelose bedrijf Raps kreeg Jan Maarten de beschikking over klapschaatsen.’

Met die klapschaatsen maakt Jan-Maarten voor het eerst naam. Hij heeft zich eerder als langebaan schaatser ontwikkelt tot een subtopper, met een voorliefde voor de 1500 meter. Op de marathon wordt hij een uitblinker. Al komt de Elfstedentocht in 1997 nog te vroeg. Toch baart hij opzien. De nummer 36 in de uitslag rijdt de tocht namelijk op klapschaatsen, een primeur. Anno 2003 is het ondenkbaar dat een topschaatser niet op klapschaatsen rijdt. Het blijft niet bij klapschaatsen. Ervaringen uit de praktijk vormen de aanzet tot nieuwe ontwikkelingen. Jan-Maarten: ‘Door botte schaatsen ben je in een marathon al snel kansloos. Daarom moest ik tijdens de alternatieve Elfstedentocht in Finland vorig jaar een keer mijn schaatsen verwisselen. Dat kost natuurlijk erg veel tijd. Dat zou sneller moeten, dacht ik nog. Je zou alleen je ijzers moeten vervangen, maar hoe? Gert Ruitenberg (broer van de marathonschaatsers René en Henri, red.) kwam met een idee gebaseerd op het kapje dat over scheermesjes zit. Via Raps en het Vriezenveense bedrijf Almi werd een en ander verder uitgewerkt tot de wisselschaats.’

We willen altijd op natuurijs rijden. ‘Je bent er niet op uit om steeds iets nieuws uit te vinden. We hebben geen uitvindersbloed’, vindt Arend. ‘Maar’, vult Jan Maarten aan, ‘het is wel leuk om er mee bezig te zijn, om de concurrentie een slagje voor te zijn.’

En dus introduceert Jan-Maarten de curveschaatsen, de 3D-schaatsen (alleen geschikt voor natuurijs) en de vroeg-natuurijsbaan in Nederland. Een baan over een traject van enkele kilometers, waar bij temperaturen van iets boven nul graden Celsius al kan worden geschaatst. Het project komt in een stroomversnelling. ‘Wanneer je de naam hebt vernieuwend bezig te zijn, komen mensen bij jou. En zo rol je van het een in het ander’, heeft Arend ervaren.

Het idee voor de vroeg-natuurijsbaan krijgt eerst vorm in het klein cafeetje nabij de ijsbaan in Noordlaren, na afloop van een marathon op natuurijs. De organisatie houdt Jan-Maarten en zijn Oldebroekse plaatsgenoten René, Henri en Gert Ruiterberg nog even vast. Ze worden getrakteerd op een borreltje en er is natuurlijk erwtensoep. Dagdromen worden uitgesproken: wat zou het mooi zijn om zo’n marathon in het nabij gelegen Midlaren te houden, in een natuurlijke omgeving. ‘In die sfeer kwam het plan voor de vroeg-natuurijsbaan bovendrijven’, zegt Jan-Maarten.

Haalbaar

Het blijft niet bij dagdromen. Met de oprichting van de stichting Hendrick Avercamp (zie kader) krijgt het plan ‘body’, zoals Arend het omschrijft. De realisatie van de vroeg-natuurijsbaan is één van de hoofddoelen. Tot hun eigen verwondering komt er binnen een jaar een serieus onderzoek naar de haalbaarheid van de baan. Energiebedrijf Essent neemt daarin het voortouw na consultatie van de Heidemannen. Er komt een rapport, samengesteld door Essent NV, TNO Milieu, Energie en Procesinnovatie uit Apeldoorn, DHV-AIB BV uit Eindhoven en Deerns raadgevende ingenieurs BV uit Rijswijk. De uitkomst is opmerkelijk positief: het is financieel, koeltechnisch en veiligheidstechnisch haalbaar, met name op bestaande of nieuwe wegen, paden en verhardingen waaronder een buizensysteem komt te liggen.

Een storm aan reacties. In schaatskringen wordt het plan warm onthaald. De ijsmeester van de Elfstedentocht bijvoorbeeld zegt dat zo’n baan natuurlijk in Friesland moet komen: ‘Anders zou het een schande zijn’, laat hij Arend weten. Een kroegbaas van een etablissement aan de Elfstedenroute tussen Oudkerk en Bartlehiem toonde interesse om de baan bij hem voor de deur aan te leggen. Het enthousiasme uit de reacties sterkt de Heidemannen in hun streven de baan daadwerkelijk aan te leggen. ‘Marathonschaatsen op natuurijs vindt iedereen toch mooi’, aldus Jan-Maarten. ‘En ik hoop dat er een baan bij mij in de buurt komt.’

Arend: ‘De omgeving moet zo natuurlijk mogelijk blijven. En waarom zou dat niet in de Achterhoek of Twente kunnen? Dat is ideaal. Tussen Winterswijk en de Vliegbasis Twenthe worden altijd de laagste temperaturen gemeten. Wat te denken van Eibergen. De vroeg-natuurijsbaan kan daar mooi in combinatie met de skeeler- en wielerbaan. De komst van zo’n baan zou een enorme impuls zijn voor het schaatsen.’


Bron: TC-Tubantia (Tom van den Berg)

© marathonschaatsen.nl


www.MARATHONSCHAATSEN.nl