foto: © Harm de Boer

Ingmar Berga succesvolste jongere in A-peloton

Het was tot nu toe steeds 'net niet' voor Ingmar Berga. De eerste overwinning lijkt aanstaande. De 21-jarige DSB-rijder uit Hoogeveen presteert opvallend in de schaduw van de grote jongens. Hij behoort tot de regelmatigste rijders in het A-peloton en leidt met afstand het jongerenklassement (tot 22 jaar). Hij werd al twee keer tweede - de laatste keer in Deventer met een centimeter verschil -, een keer derde, een keer vierde, en hij eindigt meestal bij de eerste tien. Daardoor staat Berga derde in het klassement van de Essent Cup op slechts ééntiende punt van marathonsprintkoning Jan-Maarten Heideman (tweede). In het jongerenklassement, waarvan de leider herkenbaar is aan het witte pak, heeft Berga 53 punten voorsprong op nummer twee, Bob de Vries uit Haule.

"Ik denk dat ik nog net dat beetje zelfverzekerdheid mis om zelf de eindsprint aan te gaan," analyseert Berga in zijn tweede jaar bij de A-rijders. "Je moet ook een beetje geluk hebben, je moet goed uitkomen in de sprint. Maar je kunt nog beter van kop af gaan. Als je wilt winnen moet je zelf het initiatief nemen. Ik mis nog de ervaring van grootheden als Cédric Michaud en Jan-Maarten Heideman. Die jongens zijn ook een aantal jaren ouder. Ik heb nog veel jaren te gaan, maar een overwinning zou wel al een mooie bekroning zijn."

Berga weet wat het is om tweede te worden. In het skeeleren stuit hij steeds op de zevenvoudig wegkampioen van Nederland, Arjan Smit, waardoor hij op NK's al een paar keer genoegen moest nemen met zilver. Toch won Berga in 2004 het landelijk klassement om de Univé World on Wheels-trofee en een etappe van de Univé Topcompetitie in Eindhoven (63 km). Berga: "In het skeeleren ga ik voortdurend in de aanval. Dat doe ik ook om sterker te worden voor het schaatsen. En van skeeleren word je sterk. Ik heb het laatste jaar hard getraind op duurvermogen. Daardoor maakt het me weinig uit of een marathon 100 of 150 ronden duurt."

Berga weet beide seizoenen goed te combineren. "Er zijn concurrenten die denken dat skeelerrijders het tweede deel van het schaatsseizoen achteruit gaan. Maar dat hoeft niet. Als je maar goed je rust neemt tussen de seizoenen in." Een echte keus maakt hij niet, al is hij geneigd het schaatsen een lichte voorrang te geven. "Toen ik in Jong Oranje zat wilden ze dat ik stopte met wedstrijdskeeleren. Dat wou ik niet. Daardoor ben ik me toen gaan toeleggen op marathonschaatsen. Twee jaar geleden reed ik mijn eerste seizoen bij de B's." De top is breder op de schaats, meent Berga. "En ik denk dat de marathonschaatsers over het algemeen ook harder trainen dan de skeelerrijders. In Nederland althans wel." Hij ervaart dat het moeilijk opboksen is tegen de grote marathonploegen. "Maar gelukkig heb ik goede ploegmaats in René Ruitenberg, Roel van Hest en Rutger ter Laak. Zij rijden het gat voor me dicht als ik niet bij een kopgroep zit."

Vorig jaar eindigde Berga in zijn eerste jaar bij de A-rijders als achtste in het klassement. In de natuurijswedstrijden stak hij toen nog niet veel energie, maar dat gaat dit seizoen veranderen. Afgezien van de hoop op vorst in Nederland rijdt zijn ploeg de wedstrijden in zowel Zweden, Oostenrijk als Finland.


Karin Verhoef

© marathonschaatsen.nl


www.MARATHONSCHAATSEN.nl