Jan Roelof Kruithof: opa doet 't nog best
Prettig gestoorde sportmaniak van 69 gaat voor de wereldtitel
De meeste inwoners van Techendorf lagen nog te slapen toen Jan Roelof Kruithof de Weissensee opliep. In het donker klonk het startschot voor een indrukwekkend leger toerrijders. Om tien voor acht had de kopgroep het eerste rondje van 25 kilometer afgelegd. Kruithof wist genoeg en ging naar huis. Een paar uur later constateert hij in zijn appartementje tevreden: "De 200 kilometer moet binnen de acht uur te doen zijn. Alleen uitrijden? Ben je gek. Ik moet bijna doodvallen, want eerder stap ik niet af. Dat heb ik nog nooit gedaan. Een 200 kilometer rij je uit. Ik zal wel in de eerste groep belanden met allemaal jongens van veertig. Het hadden mijn kinderen kunnen zijn. Prettig gestoord? Ja, dat ben ik zeker. Maar dat is iets anders dan gek."
Oké, hij is met zijn 69 jaar een dagje ouder geworden, maar dat wil nog niet zeggen dat de maniak in hem achter een rollator loopt. Hoofdschuddend: "Ik wou dat ik de drang om altijd te presteren kwijt was. Wat zou mijn leven er dan een stuk gemakkelijker uitzien. Ik heb helaas geen keus. Mijn lichaam vraagt om inspanning. Als ik stop met sporten, ben ik een stuk van mijn leven kwijt. Door de sport ben ik gelukkig." Hij pakt een zwart kastje met de omvang van een schoenendoos en onthult het 'geheim' van zijn eeuwige jeugd. "Dankzij dit kastje kan ik nog steeds schaatsen. Zo'n zeven jaar geleden ontdekte men in het ziekenhuis dat er geen kraakbeen meer in mijn knieën zat. Alles weg, bot op bot. In mijn linkerbeen heeft het bovenbot al een groefje in het onderbot gesleten. Ik rijd altijd met pijn. 's Ochtends bij het koffiedrinken loopt de zwakstroom door mijn knieën. Dat bevordert de doorstroming van het bloed en de spiermassa neemt toe, als ik tenminste blijf bewegen. Van mijn zoon, die fysiotherapeut in Lemmer is, moet ik blijven fietsen. Anders word ik invalide."
Ook zonder dit advies zou hij zijn lichaam en geest blijven geselen. Maar liefst tien keer won Jan Roelof Kruithof de Alternatieve Elfstedentocht. In de periode '74- '85 stond de winnaar van deze monstertocht bij voorbaat vast en werd er gereden voor de tweede plaats. "Al stond er een muur van 20 centimeter dik op het ijs, ik ramde er doorheen. Op een meer aan de grens van Canada en de Verenigde Staten hebben ze een keer op initiatief van Piet Schipper een pact tegen mij gesloten. Vlak na de start, op goed ijs, zou Jos Niesten als eerste in de aanval gaan. Co Giling hield mij in de gaten. Ik heb Niesten laten gaan en ben op een slecht stuk naar hem toe gereden. Toen ik bij hem kwam, heb ik hem een tikje op zijn kont gegeven. Hij reed geen meter meer op kop. Ik zie hem nog struikelen. Nadat ik een paar keer had gewacht, ben ik weggereden en won ik met een paar minuten voorsprong. Jantje, Pietje, iedereen was er. Ja, dat was mijn mooiste overwinning. Of toch die in Lahti? Ik weet het niet meer. In de krant stond dat het tijd werd voor een andere winnaar, nadat ik al drie keer had gewonnen. Bij de start moesten ze me vasthouden. 200 kilometer heb ik alleen gereden. Ik weet niet meer wie tweede werd, maar wel dat ik 20 minuten op hem moest wachten."
De onweerstaanbare drang om altijd en overal de beste te zijn, heeft hij van zijn vader. Hij was 70 jaar, ging zo op zijn kop staan. Een klein mannetje, net zoals Jan Roelof, maar de landbouwer uit Kolderveen was voor het grootste paard nog niet bang. "Hij temde ze allemaal. Als hij op de Schotermarkt bij Heerenveen een paard kocht, kwam hij lopend naar huis. Dat was 35 kilometer, maar daar draaide hij zijn hand niet voor om." Kruithof is uit hetzelfde hout gesneden. Nog altijd is hij de trotse houder van het wereldrecord op de lange afstand. Alweer twaalf jaar geleden reed hij in Baselga in één etmaal 655 kilometer en 700 meter! Zonder te stoppen. "Na de huldiging ben ik in mijn bed gaan liggen. De volgende ochtend zat ik om acht uur in de auto en ben ik in één ruk naar huis gereden. Dat was 1200 kilometer. Ik verbeterde het record op gewone schaatsen. Als ik toen deze klappers had gehad, was ik nog veel verder gekomen. Dat scheelt een stuk. Nu wordt deze recordpoging niet meer georganiseerd. De idioten liggen zeker niet voor het oprapen? Ik vind het prima. Het is trouwens een geruststellende gedachte dat er op de hele wereld niet één zo'n idioot is als ik."
Wie denkt dat deze door overwinningen geobserveerde fanaat niet tegen zijn verlies kan, heeft het echter mis. Door twee valpartijen en een krampaanval ("dat doet pas zeer") verloor hij als favoriet in 1985 de Elfstedentocht. JR werd twaalfde. 's Avonds bij de huldiging werd Evert van Benthem gefeliciteerd. Hij was de sterkste. Kruithof was dat meestal. "Winnen zit bij ons in de familie. Zo heeft de zoon van mijn broer net z'n tweede Michelin-ster gekregen". Tegenwoordig zit hij in de veehandel met het hem typerende fanatisme. "Mijn kalveren moeten tot de beste van Nederland behoren. Mijn broer heeft 65 koeien, verbeterd roodbont, klassevee. Dat is het beste vleesras van ons land, ook qua prijsvorming. Hij is 72 jaar en wint er prijzen mee. Voor zo'n 200 euro per stuk heb ik jaren geleden van hem een paar embryo's gekocht. Ik wilde meteen met goed vee zitten, want als je zelf gaat fokken moet je wachten tot je 120 bent voordat je succes hebt. Vorig jaar ging ik met een stiertje naar de keuring. Het beest loopt de hele winter buiten. Maar als die stier was kaalgeschoren, was hij geen reservekampioen, maar kampioen van Nederland geworden. Nu zijn mijn twee koeien weer drachtig. Ach, winnen zit bij ons in de familie. De zoon van mijn broer is de eigenaar van restaurant Lindenhof in Giethoorn. Hij heeft net zijn tweede Michelin-ster gekregen. Je kunt er heerlijk eten, maar voor mij duurt het allemaal veel te lang. Ik heb geen rust in mijn kont."
Thuis in Havelte fietst hij nog elke dag zo'n 50 à 60 kilometer. Als hij zijn leven over mocht doen, werd hij wielrenner. Zoals die mannen na een valpartij weer op hun fiets stappen, dat spreekt hem enorm aan. Hij moest zich echter eerst maatschappelijk waarmaken. Pas op zijn 32e, toen de opleiding op de avondschool tot architect was afgerond, kwam hij op een avond thuis en zei hij tegen zijn vrouw Jantina: "Zo, en nu ga ik sporten." Ondertussen voedde hij zijn drie kinderen, Jantina deed de opvoeding. "Dat heeft ze uitstekend gedaan. Ik ben ouderwets, pas niet meer in deze maatschappij. Wij hebben acht kleinkinderen. Ze zeggen allemaal: 'Opa is streng.' Maar als ze op bezoek komen, is het eerste wat ze vragen: 'Waar is opa?' Als ze dat willen, krijgen ze een bord met hagelslag. Maar alleen het brood opeten, dat is er niet bij. 'Dat hoeft bij ons thuis niet', krijg ik dan te horen. Niets mee te maken, hier eet je je bord leeg. Opvoeden doe je thuis, maar tegenwoordig hebben vader en moeder geen tijd. Hier heb je een spelcomputer of ga maar voor de tv zitten. Dat werkt niet, kinderen hebben aandacht nodig. En grenzen. Als ze bij mij een blikje in de tuin gooien, spring ik op de fiets en ga erachteraan. Je gooit toch niet zomaar een blikje in de tuin? De regering heeft het over normen en waarden veranderen. Dat gaat niet meer. We zijn over de grens heen."
"Weet je wat het is: te veel leiders in ons land werken alleen. Ze reageren zich niet meer af. Bij tweeverdieners zie je hetzelfde. Pa is moe en ma is moe. Dan word je prikkelbaar. Toen ik architect was, zat ik tussen de opdrachtgever en de aannemer in. Dat levert spanningen op. Door te sporten maakte ik mijn kop leeg." Daarom moest hij er ook niets van hebben toen zijn vrouw door een combinatie van tragische familieomstandigheden en vermoeidheid zeven maanden rustig aan moest doen. Kruithof: "Wat denk je, moesten we zes dagen samen in therapie. Ik in therapie? Dan word ik gek. Die mannen slaan allemaal wartaal uit. Jantina en ik zijn al 48 jaar getrouwd, nu kan ze er weer tegen."
En kunnen de voorbereidingen op zijn volgende uitdaging beginnen. Door zijn slechte knieën behoort een overwinning op een 200 kilometer tot het verleden. Met twee protheses zou hij weer verder kunnen, maar zijn eigen lichaam zit een operatie in de weg. "Mijn lever knettert afvalstoffen er zo weer uit. Ik ben al eens bijgekomen tijdens een operatie aan mijn nierstenen. Dan weet je niet wat je meemaakt. Ik durf gewoon niet meer. Lig je op zo'n tafel, hebben ze net de hele zaak afgezaagd, kom je bij en wil je weglopen. Het komt één keer op de miljoen voor, heb ik mij laten vertellen. Weet je waar ik ook bang voor ben? Dat de operatie mislukt. Dan moet ik in een invalidenwagentje. Daarom wacht ik en wacht ik. Ondertussen worden de technieken steeds beter. Als ze me uiteindelijk toch gaan opereren, moeten ze me maar een klap met een paalhamer geven."
Op de Weissensee wordt hij ook nog eens tegengewerkt door de natuur. Vroeger had je het zogenaamde Kruithof-ijs, dat zat vol scheuren, barsten en gaten. Vond-ie prachtig, dan kon hij vliegen met zijn speciale slag. De Weissensee bij Techendorf is net een spiegel. Als het aan Jan Roelof Kruithof zou liggen, dan zou het ijs met een ploeg of een föhn geprepareerd worden. Reken maar dat ze aan hem dan een taaie zouden hebben. Op de racefiets kan hij nog wel winnen. Zeker weten. Vorig jaar werd hij in Sankt Johann zesde van de 69 deelnemers op het wereldkampioenschap tijdrijden in zijn categorie. Kruithof raffelde de 20 kilometer in 29,45 minuten af. Er had meer in gezeten. "Als enige schaatser zat ik ertussen. Ik ben ook al een keer tweede geworden. Na de Weissensee ga ik meer op het korte, explosieve werk trainen. Voor het WK gaan wij op trainingskamp naar het Gardameer. Daar zit mijn dochter ook. Vlak voor het WK reizen we naar Sankt Johann. Wat zou het mooi zijn om op 24 augustus één keer wereldkampioen te worden."
Bron: Telegraaf (05-02-05)
© marathonschaatsen.nl