OPMERKELIJK

Friese namaak op Fins meer

In afwachting van ooit nog een échte Elfstedentocht , ontwikkelt het marathonschaatsen zich in hoog tempo. Met de Alternatieve Elfstedentocht als afsluiting van het seizoen. Maar wat is de échte Alternatieve?

De laatste vorst trekt uit de grond. De eerste bijen breken aarzelend uit hun kast. De merels fluiten. De kieviet nestelt al. Daar koerst hoog in de strakblauwe hemel de eerste ganzentrek naar het noorden. De schapen staan te puffen in hun te dikke vacht. Wilgenkatjes steken hun witte kopjes op. De sneeuwklokjes bloeien uitbundig.

Kortom, de winter is voorbij. Tijd om de schaatsen in het vet te zetten. Niet voor de driehonderd Nederlanders die vanochtend bij krakende vorst van wal staken voor de Elfstedentocht . Liefhebbers en broodrijders. De bonte stoet rijders verdwijnt snel in een eindeloze, witte vlakte. Over het meer hangt een indringende stilte. Er zijn geen toeschouwers om de rijders uit te zwaaien. De route beperkt zich tot de contouren van één meer. Aan de oevers ligt slechts één stad. De wind komt altijd uit dezelfde hoek. Er zijn geen bruggen waar je voor moet buigen. Er wordt niet gekluund. Er zijn geen stempelposten. Nergens een koek-en-zopie met erwtensoep en rookworst. Het zwarte pad dat de rijders volgen, is overal even breed, hard en saai. Acht keer hetzelfde rondje van 25 kilometer. Nergens publiek. Nergens wappert het helder blauw-wit van de Friese vlag.

En toch noemen ze dit een Elfstedentocht . Hij wordt vandaag voor het 27ste achtereenvolgende jaar gereden. De Alternatieve Elfstedentocht . Op het Kallavesimeer bij het stadje Kuopio in Finland. Zevenentwintig keer al. Aanzienlijk vaker dan de échte, de Friese Elfstedentocht , die gedurende de twintigste eeuw slechts vijftien keer plaatsvond. En het is nog maar de vraag of hij in de 21ste eeuw ooit zal worden gereden.

Eén man

Enige officiële status ontbeert de Finse Alternatieve Elfstedentocht . 'Maar', roept Jan Streek opgewekt uit, 'iedereen beschouwt dit wél als de officiële afsluiting van het marathonseizoen. En marathonschaatsen is vandaag de dag een serieuze business.' De organisatie van de Finse Alternatieve is het werk van één man, Jan Streek. Hij bepaalt de locatie, zet het parcours uit, zoekt sponsors, fungeert als reisbureau, int de startgelden voor de amateurs, vult de prijzenpot voor de profs, plaatst de fakkels en vuurt het startpistool af. Vannacht heeft hij niet geslapen. 'Ik slaap nooit in de nacht voor de tocht. Dan kijk ik of alles in orde is. Dan controleer ik voor de laatste keer het parcours. Je komt altijd wel een of andere Fin tegen die een gaatje in je baan heeft geboord en daar dan doodleuk gaat zitten vissen. Dat soort dingen kun je niet hebben.'

Zoals de échte heeft ook de Alternatieve zijn verleden, zijn hoogte- en zijn dieptepunten. Jan Streek praat niet graag over de dieptepunten. Het idee voor de Alternatieve ontstond toen de échte Friese er na de legendarische, barre Tocht van 1963 nooit meer leek te komen. Op zoek naar natuurijs gingen ze in het buitenland kijken. Of daar niet een marathon over tweehonderd kilometer kon worden gereden. Ze kwamen terecht op het Mjøsameer in het Noorse Lillehammer. Niet ideaal. Jan Streek reisde daarop met zijn Alternatieve naar Lahti in Finland, vervolgens naar Ottawa in Canada, naar Newport in Amerika en twee keer naar Polen, voordat de Hollandse marathon voorgoed in Finland neerstreek. Grootste gevaar voor de Alternatieve bleek serieuze vorst in Nederland. Zo reisde een groot deel van het gezelschap marathonschaatsers dat op weg was naar de Alternatieve in Polen halsoverkop terug, toen het in Nederland stevig ging vriezen.

Inmiddels scheidde Streeks partner uit de pionierstijd, Aart Koopmans, zich af van de Finse Alternatieve en zette vijftien jaar geleden op de Weissensee in Oostenrijk zijn eigen Alternatieve Elfstedentocht op. Maar ook in Zweden, Canada en zelfs Japan gloort nu het evenbeeld van de Friese supermarathon. Evert van Benthem, tweevoudig kampioen (1985 en 1986) van de echte Friese Elfstedentocht , emigreerde als boer naar Canada. Hij probeert daar nu het marathonschaatsen van de grond te tillen. Volgend jaar hoopt hij daar ook een echte tocht van tweehonderd kilometer te organiseren. Vorige week zaterdag werd op het Sylvanmeer al een voorproefje gehouden. Het was met twintig graden onder nul extreem koud. De organisatie had er alles aan gedaan om een getrouw beeld van de originele tocht in Friesland na te bootsen. Tot en met een levensechte kopie van het beroemde bruggetje van Bartlehiem, vlak voor de finish. Twee zonen van Van Benthem, Merein en Rolf, reden in de kopgroep mee. In het zicht van de finish werden ze verslagen door een Canadees uit de nationale schaatsploeg.

Op dezelfde dag werd in Japan ook al een Alternatieve Elfstedentocht gereden. Voor de vierde keer op het Akanmeer op het noordelijke eiland Hokkoaido. Ook hier extreem lage temperaturen. Enkele honderden Japanse toer- en wedstrijdschaatsers verschenen aan de start. Er was een vlekkeloze piste gemaakt. De Japanse organisatie liet niets aan het toeval over. Ieder scheurtje werd met warm water en gasbranders gedicht. Toch bleek zo'n afstand van tweehonderd kilometer voor de meeste Japanse schaatsers te hoog gegrepen. De enige twee overlevenden waren tevens de enige twee Nederlanders die deelnamen. De Fries Richard Touber, werkzaam op de Nederlandse ambassade in Tokio, won met een tijd van 6.42,09, een tel later gevolgd door collega Tom Versteegh. Zweden wil nu ook een Elfstedentocht . Die zal begin volgend jaar plaats vinden onder de naam 'Orsa Alternatif'. Organisator van de tweehonderd kilometer lange wedstrijdtocht is de Zweede stad Orsa.

Geen kruisje

Jan Streek heeft oog voor slechts één marathon, die in zijn ogen de de enige échte Alternatieve Elfstedentocht is. 'Omdat zij het allemaal puur commercieel doen, terwijl wij een non-profitorganisatie zijn.' Goed, Streek geeft het direct toe, behalve in naam, gaat de vergelijking van zijn tocht met de echte, originele volledig mank. Hij biedt geen kruisje. Wel prijzengeld! En zelfs tien keer zoveel als de KNSB-norm toestaat. Begeeft hij zich niet op glad ijs? Of moet hij zijn prijzengelden zo hoog opschroeven om voldoende A-rijders naar het barre noorden te lokken? Jan Streek verontwaardigd: 'Na 27 jaar hoef ik geen rijders meer te trekken. Al zou ik niets geven, dan komen die jongens nog. Het is zo'n grote klassieker geworden.' En prijzengelden! Met de KNSB-norm, een hoofdprijs van maximaal 450 euro, heeft hij niets te maken. Hij volgt de Finse normen. En de Finse normen - hij moet er zelf om lachen - zijn zijn eigen normen.

Oud-reclameman Jan Streek is in het dagelijks leven projectleider van een tbs-instelling in de bossen bij Boyl, een dorp in Zuidoost-Friesland. Zelf heeft hij de echte Elfstedentocht één keer gereden. Vanwaar die passie om steeds maar weer de Alternatieve te organiseren? 'Voor de sport', is zijn raadselachtige antwoord. 'Ik ben voor honderd procent een sportman.' Hoe ziet hij de toekomst van de Finse Elfstedentocht ? 'Zo lang ik het blijf doen, blijft de Finse Alternatieve Elfstedentocht bestaan. En ik blijf het doen tot ik een opvolger vindt. En die opvolger? Nee, ik heb geen idee waar die vandaan moet komen. Ik moet verschrikkelijk goed oppassen aan wie ik dit uit handen kan geven.'

Dertigduizend euro is het budget dat hij dit jaar heeft verzameld om de Alternatieve Elfstedentocht in Finland te organiseren. De grote, professionele marathonploegen beschikken elk over een jaarbudget dat soms tien keer zo groot is. Jan Streek sprokkelt het bijeen met grote en kleine sponsors, van energiebedrijf Essent, alom aanwezig in de schaatssport, tot Finair, de Finse liftenbouwer Kone en de Finse oliemaatschappij Neste. Streek is optimistisch over de toekomst van zijn Alternatieve: 'De toprijders hechten honderd procent meer waarde aan Finland dan aan andere marathonwedstrijden. Met alle respect hoor, de Oostenrijkse Elfstedentocht is toch een pleziertochtje vergeleken met de Finse.'

Toch is de belangstelling van de professionele ploegen dit jaar wat minder dan voorheen. Niet alleen de koude, maar ook het tij zit tegen. Enkele ploegen verloren aan het einde van het seizoen hun sponsor. Anderen bleven thuis. Zoals de ploeg van Erik Hulzebosch, die onder de prozaïsche naam Nefit HR Ketels rijdt. Erik Hulzebosch, net nooit een Elfstedentocht gewonnen, maar toch Nederlands populairste marathonschaatser. 'Ik ben een keer in Finland geweest. Saaie bedoening, hoor. Verschrikkelijk koud kan het er zijn. En weinig entourage. Bovendien begint het skeelerseizoen weer. Over twee weken moeten we in topvorm zijn.'

Bij een skeelerwedstrijd ontdekte Hulzebosch jaren geleden een iel Fransmannetje dat hij later weer op de schaatsbaan tegenkwam. Hulzebosch zag het direct: dit is een marathontalent. Wat bleek. Afgelopen weekend won deze Fransman, Cédric Michaud, met hulp van Hulzebosch en zijn ploeg in Den Haag opnieuw het eindklassement van de Essent KNVB Cup, een serie van twintig wedstrijden. Zo bleek een Fransman voor het tweede seizoen de beste marathonschaatser van Nederland. In een sport die verder geheel door Nederlanders wordt gedomineerd. 'Geeft niet. Kwestie van ploegentactiek', verklaart Hulzebosch 'Marathonrijden is net wielrennen geworden. Beuken. Met knechten en voormannen. Daardoor zal de echte Friese Elfstedentocht nooit meer dezelfde zijn.'

Henri Ruitenberg, 46 en de oudste rijder in het marathonpeloton, ging wel naar Finland. Omdat de televisie de wedstrijd verslaat en omdat hij voor DSB rijdt, de bank van Dirk Scheringa. Ruitenberg werd in 1985 beroemd omdat hij net geen eerste werd in de Friese Elfstedentocht . Dat was de tijd dat marathonrijders puur alleen en uitsluitend voor zichzelf reden. 'Nu ben ik knecht in een ploeg en probeer ik mijn broer René en topman Jan Maarten Heideman naar de overwinning te helpen.'

Marathonrijden is vooral kunstijs, rondjes rijden, in een ijshal, een uur krom zitten, duwen en dringen in bochten, een korte slag, een lange slag, vallen en doorrijden, treintjes maken, demarreren en massasprints. Zij rijden in dunne, bonte, gladde pakken. Vaak met een piratendoekje op het hoofd. Of een muts, hoewel ze zelden buiten meer komen. De echte Elfstedentocht ? Winnen voor de eer? Ieder voor zich? 'Is geweest. We zijn allemaal kleine zakenmannetjes geworden', vertelt Ruitenberg, voormalig verwarmingsmonteur. 'We rijden 's winters fulltime marathons. Week in week uit. Honderd rondjes. Een uur, anderhalf uur. Op kunstijs. Meestal binnen. Je rijdt voor je ploeg. Het prijzengeld doen we in een pot. Koffiegeld. Dat verdelen we onder elkaar. Maar met je bonussen van je sponsor verdien ik er toch een modaal inkomen mee, al zijn er ook in de marathon die wel vijfmaal modaal halen.'

Schaatsen kan nog steeds

Einde schaatsavontuur? Niet in Zweden. Zweden beleeft op het ogenblik de strengste winter sinds mensenheugenis. In de archipel bij Stockholm wordt nog steeds volop geschaatst. Vanuit Stockholm is het zelfs mogelijk de Oostzee op te schaatsen. Voor liefhebbers van korte en langere tochten op natuurijs biedt Zweden tot eind maart, wellicht tot in april, nog volop mogelijkheden. Zo worden elk weekeinde in groepsverband schaatstochten onder leiding van gidsen georganiseerd in de buurt van Stockholm. Overnachting onderweg in blokhutten. Men vertrekt vrijdagochtend van Schiphol en staat op twaalf uur 's middags op de schaats. Zondagavond om vijf uur stapt men af en vliegt terug.

Financieel Dagblad (Jan Kees Kokke), 03-03-03


www.MARATHONSCHAATSEN.nl