De Belgische marathonschaatser Allain Vercamst zit jaarlijks zestigduizend kilometer in de auto om wedstrijden te kunnen rijden. "Ja, dat kost een pak euro's maar ik hou zo veel van de sport." Een halve rietberger na twintig ronden nekte de Belg Allain Vercamst. Deze keer haalde hij zijn doelstelling, finishen in het peloton, niet. "Al is het maar als laatste van de groep", luidde zijn voornemen aan het begin van het seizoen. Daarom was de zeventigste plaats met een ronde achterstand eergisteren in de schaatsmarathon van Eindhoven maar niets. "Die valpartij is een grote teleurstelling voor me."
Na negentien marathonwedstrijden de balans opmakend lijkt de Belgische marathonschaatser - pas acht jaar schaatst hij op noren - in zijn debuutjaar als A-rijder tevreden. "In het begin van het seizoen ging het goed. Daarna waren er een paar mindere marathons. Gelukkig heb ik nu weer het niveau dat ik ze in het peloton uit kan rijden. In Assen vorige week was ik veertigste." Verkeren tussen de vedettes van Holland is voor Allain Vercamst 'een feest'.
Zaterdagavond had Vercamst dan ook weer het lekkere gevoel. Alleen jammer van die valpartij. "Op mijn eigen thuisbaan had ik graag vlug gereden. Ik voelde ik me vandaag heel goed en dat geeft me toch wel weer veel fiducie." Voor Angenent c.s. is Vercamst niet meer dan een gewone marathonschaatser passend in het rijtje anonieme meerijders. Een Belg die toevallig promoveerde naar de A-rijders. Slechts een enkeling in het peloton beseft dat de Belg er voor moet doen om wekelijks de strijd om de KNSB Cup aan te kunnen gaan. Als je het aanhoort uit de mond van de 36-jarige schrijnwerker uit Oeselgem hoeveel uren en het daarmee gepaard gaand aantal autokilometers die hij in zijn sport steekt, stijgt de sympathie tot grote hoogte.
Tweemaal in de week traint de rijder uit de Van den Hoogen-ploeg in Eindhoven 's avonds van acht tot tien waar hij dan op aanwijzingen van de tachtigjarige schaatsgoeroe Bill van der Werff werkt aan zijn techniek. Dat betekent ook twee maal 360 kilometer in de auto. "Als het programma het toelaat dan train ik 's zondags ook nog in Breda." Vercamst schat dat hij jaarlijks voor het schaatsen 60.000 kilometers in zijn auto maakt. "Onlangs was er op zaterdag de marathon in Haarlem en zondag in Heerenveen. Ik heb toen totaal veertien uur in de auto gezeten." Broer Jo heeft ook een tik van het schaatsen. "Hij is mijn trouwe dienaar en speelt voor mij in het weekend als chauffeur. Wat te denken als ik naar Groningen voor een marathon moet en dan zelf chaufferen? Dat kan niet."
In Eindhoven krijgt Vercamst na afloop van Bill van de Werff een ferme schouderklop. "Je hebt goed gereden Allain." Van der Werf prijst zijn pupil. "Hij is een pure amateur die tegen profs moet strijden. Allain moet een sponsor met een helikopter hebben. Dan kan hij zich pas echt meten met de rest." Met een verbitterde grijns op het gezicht had Allain Vercamst gezien hoe Roel van Hest in de eindsprint Heideman en Michaud klopte. "Prachtig voor Van Hest. Dat niveau zal ik wel nooit halen." En de doelstelling voor volgend seizoen? "Dan wil ik af en toe eens wat mee spelen. Met een groepje mee weg kunnen rijden of zo."
Brabants Dagblad (Marry Bouman), 17-02-03