OPMERKELIJK

Het bizarre weekend van Henk Angenent

Een desastreuze race over vijf kilometer, dezelfde avond een glanzende overwinning op de marathon en een dag later een uitstekende tijd op de tien kilometer. Henk Angenent werd in twee dagen heen en weer geslingerd tussen emoties. De reconstructie van een bizar weekeinde.

Zaterdagmorgen, het Drentse Gieten. Henk Angenent warmt zich op. Een paar uurtjes op de fiets, want de diesel moet op gang komen. De marathonschaatser uit Woubrugge wil zich laten zien op het NK allround, als deelnemer buiten mededinging op de vijf en tien kilometer. Daar moet het bewijs worden geleverd dat zijn nationale titel op de langste afstand geen toeval was.

's Middags, ijsbaan De Smelt. Angenent draait z'n rondjes in de opwarmbaan. Overlegt nog even met trainer Pascal Vergeer, en stapt het ijs op als alle anderen klaar zijn. Hij rijdt niet goed. Al na een paar rondjes is duidelijk dat de man uit Woubrugge geen toptijd zal neerzetten.

Dat weet hij zelf ook. "Er zat geen gang in", foetert hij, eenmaal van het ijs. "Door de zesdaagse en die natuurijswedstrijden ben ik waarschijnlijk mijn snelheid kwijtgeraakt." Hij besluit dezelfde avond tóch te starten in Groningen, voor een marathon over honderd ronden. "Ik heb dat blijkbaar meer nodig dan rust." Gianni Romme maakt zich ondertussen kwaad over Angenent. Vraagt zich af waarom hij in hemelsnaam aan de vijf en tien kilometer meedoet.

"Want de tijden kun je nooit vergelijken. Wij zitten midden in een toernooi, hebben al een 500 meter in de benen. Laat hem zich dan gewoon plaatsen, net als ieder ander, en het héle toernooi meerijden." Angenent hoort de kritiek met ergernis aan. "Tijdens de wereldbeker in Heerenveen hoorde ik er niemand over dat ik 's morgens vroeg in een viertal moest starten. Alsof dát een vergelijk was. "

Zaterdagavond, ijsstadion Kardinge in Groningen. De frustratie over de eigen prestatie én de woorden van Romme blijken een prima voedingsbodem voor Angenent. "Hij is een van de weinigen die negatieve energie kan omzetten in een positieve prestatie", weet Vergeer. Hij krijgt gelijk. Angenent gaat mee in de groep van negen rijders die een ronde voorsprong neemt. Maar met daarbij mannen als Bertjan van der Veen, Jeroen de Vries, Jan van Oosterom en Erik Hulzebosch lijken de kansen van Angenent niet erg groot. Halverwege de vijf extra ronden waagt hij toch z'n kans.

Angenent springt weg, wordt niet meer achterhaald en scheert met gebalde vuisten over de streep, ruim voor Hulzebosch en Van der Veen. Maar getergd? Nee. Zegt hij. Of toch een beetje. "Laat die jongens morgen maar eens roepen dat ze een 1500 meter in de benen hebben", klinkt het strijdvaardig. Daar staat dan nu veertig kilometer tegenover."

Zondagmorgen, Gieten. Angenent ontspant, kijkt bij de paarden op de boerderij van Arend Veenhof. Fietst daarna op de rollerbank. Buiten is het te koud om warm te draaien.

Zondagmiddag, Assen. De Smelt is koud, troosteloos en vrijwel leeg. Een handjevol toeschouwers ziet Angenent een indrukwekkende race rijden. De marathonman geeft er blijk van ook vlak te kunnen rijden, met vrijwel elke ronde in de 34 seconden. Een slotronde van 33.6 brengt Angenent op 14.28,90, een tijd waarmee hij alleen Bob de Jong moet laten voorgaan. Romme, de officiële nummer twee, moet bijna een seconde toegeven. De concurrentie - De Jong: 'Ach, wat zegt dit nou?' - is onverschillig, Angenent blij. "Dit bewijst dat ik bij de drie beste Nederlanders hoor." Maar conclusies wil hij aan zijn prestaties niet verbinden. "Dat is aan de commissie topsport. Ik denk dat ik nu vormbehoud heb getoond. Wat ze daarmee doen, zie ik verder wel." En het weekeinde? "Tja, heel vreemd natuurlijk. Achteraf ben ik gelukkig met het rotste begonnen en heb ik het beste voor het laatst bewaard. En ik heb een aardige les geleerd. Op de vijf kilometer hoor ik niet thuis."

© GPD (Eric Korver), 23-12-02


www.MARATHONSCHAATSEN.nl