OPMERKELIJK

Marathonschaatsers op de langebaan

Henk Angenent en Jenita Hulzebosch versloegen afgelopen weekend alle langebaantoppers op de langste afstand van het NK Afstanden in Utrecht. Zijn marathonschaatsers dan echt beter dan hun collega's van de langebaan? En wat is dan de waarde van alle dure voorbereidingen? Trainen marathontoppers inmiddels net zo goed (of beter)? Of is er wellicht toch ook een mentaliteitsverschil of een andere benadering van de schaatssport? Wat de "kenners" er zelf van vinden:

Gianni Romme, specialist op de tien kilometer en sportief verliezer:
"Het mooie van de overwinning van Henk Angenent is dat het goed is voor de tien kilometer. Ik zal ze dit jaar allemaal rijden. Want het zal niet gebeuren dat die tien kilometer verdwijnt. Ik weet overigens zeker dat een marathon zwaarder is dan een tien kilometer.
"Een marathonrijder heeft het daarom makkelijker dan een lange-baanschaatser. Als je gewend bent 100 of 150 rondjes te rijden, zijn 25 rondjes op de 10 kilometer peanuts. Misschien moeten wij het ook vaker doen, eerst een marathon rijden, zoals Henk. Daarna kan de tien kilometer alleen maar meevallen. Henk reed een superrace, maar dat wil niet zeggen dat elke marathonschaatser dat kan. Henk is gewoon een goede schaatser."

Robert Vunderink, marathonschaatser die deelnam aan de Spelen in Albertville:
"Dat de marathonrijders zo hard gaan, heeft mede met het geld te maken. Ze kunnen nu meer trainen. Maar in tegenstelling tot Henk Angenent kwam ik van de lange baan, voor ik marathons ging schaatsen. Ik ben benieuwd hoe veel progressie er nog mogelijk is op snel ijs. Als Angenent de bochten beter aansnijdt, kan-ie drie- tot viertiende per ronde winnen. Dat zijn 10 seconden in een race.''

`Dolle Dries' van Wijhe, voormalig marathonvedette:
"Vroeger was het onmogelijk zulke goede tijden te rijden op de lange baan. Zeker voor mij, ik werd door die gasten op een straatlengte gereden. Voor mij was schaatsen een kwestie van harken en doordouwen. Hoge bochten kwam ik al helemaal niet door. Joh, ik heb één keer aan het kampioenschap van Gelderland meegedaan. Deden ze het licht uit, terwijl ik nog aan het rijden was.''

Henk Angenent, sinds zondag nationaal kampioen:
"Marathonschaatsers van mijn generatie beschouwen het als een voorrecht te mogen schaatsen. Wij staan anders in de maatschappij dan de langebaners. Wij zien sport als sport, niet als beroep. En geloof me, je gaat van geld echt niet harder schaatsen. Toen ik '97 de Elfstedentocht won, was ons niveau veel lager. Er is een inhaalslag gemaakt.''

Jenita Hulzebosch-Smit, sinds zondag ook nationaal kampioen:
"Ik vond het leuk om eens wat anders te doen dan marathon. Dit is een nieuwe uitdaging. En ik heb geen idee hoe dit verder gaat aflopen. Maar zodra er natuurijs ligt, doe ik weer mee aan de marathons.''

Miel Rozendaal, regerend kampioen Essent-Cup (marathoncompetitie):
"Niet echt naar aanleiding van Angenents prestatie, maar ik ga ooit iets op de langebaan proberen. Dat idee leeft na de goede drie kilometer die ik vorige maand reed in Inzell. De tijd was nagenoeg hetzelfde als die van Uytdehaage en Ritsma. Wij marathonschaatsers kunnen misschien wel meer dan we denken. Henk, Gretha en Jenita hebben dat laten zien. Dit jaar zal het er niet meer van komen, maar wellicht probeer ik volgend jaar me te plaatsen voor het NK afstanden. Maar dat wil ik dan wel goed plannen, in overleg met mijn ploeg, trainer en sponsor. Ik ben best benieuwd of ik kan meekomen."

Erik Hulzebosch, de nummer twee van de Elfstedentocht in 1997:
"Ik begin er niet aan, aan dat langebaanschaatsen.
Ik heb nog nooit een langebaanwedstrijd gereden en dat zal ik niet doen ook. Het is niks voor mij om 25 rondjes te rijden en dan maar af te wachten of er daarna nog iemand harder rijdt. Dat neemt niet weg dat ik het een prachtige prestatie van Henk vond. Op het laatst nog een rondje van 31, dat is hard hoor. Ik ben er zeker van dat er meer marathonrijders sneller zullen zijn dan de jongens van de langebaan. Ja, Jenita doet het nu wel, maar het trekt me niks. Eerst dat gedoe bij de start, die eerste meters en als je dan klaar bent moet je weer wachten wat de rest doet. Doe mij maar 100 kilometer rammen, dan kan je onderweg ook nog even uitrusten.''

Gretha Smit, Olympisch zilver op de 5000 meter:
"Vooral op de lange afstanden wil het wel met de marathonrijders. Al was de titel van Henk op de 10 kilometer zeker een verrassing. Van Jenita wist ik wel dat ze een aardig eind kon komen. Zowel in trainingen als in wedstrijden waren we altijd zo'n beetje even sterk. Het niveau van de top van de marathon- en langebaanschaatsers ligt ongeveer gelijk. Dat zie je ook in de marathons: daar bepalen de langebaanrijders die soms meedoen, niet langer het tempo.''

Greg van Hest, marathonloper en groot voorstander van hoogtestages:
"Het is wel lullig natuurlijk, wat hier gebeurde. Die schaatsploegen hebben veel geld gestoken in een goede voorbereiding en worden vervolgens naar huis geschaatst, door een gozer van 35 jaar die misschien alleen maar fietst en skeelert. Ik heb drie neven die marathonschaatsen en blijkbaar bouwen die zo'n enorme buffer op, zo'n geweldig duurvermogen, dat dit kan gebeuren. In de atletiek is dat ondenkbaar, hoewel Vincent Rousseau destijds ook al zijn pr's op de baan liep, uitgerekend in het jaar dat hij overstapte naar de marathon. Persoonlijk heb ik goede ervaringen met hoogtestages, maar misschien moet ik toch maar gaan rennen in Friesland en niet in de Pyreneeën. En dan in Athene stiekem inschrijven voor de tien kilometer."

Atje Keulen-Deelstra, veelvoudig wereldkampioene:
"Die marathonrijders hebben natuurlijk een fantastisch goede conditie. En de toppers, zoals Angenent, hebben inmiddels ook allemaal een sponsor en daardoor de mogelijkheid om extra te trainen. Of ze naar het buitenland gaan, weet ik niet eens, maar ze zullen toch niet zoals wij vroeger, met een kogel van vijf kilo onder de kin hoeven trainen, of zoals Hans van Helden, met een parachute achter zich aan. Maar dat neemt niet weg dat Angenent en Jenita Smit een prachtige prestatie hebben geleverd. En dan zal de rest wel weer roepen dat ze nog in opbouw zijn, maar dat is flauwekul. Angenent hoor je daar ook niet over. Niet zeuren, rijden. Het ging tenslotte om de titel."

Henk Kroes, voorzitter van vereniging De Friesche Elf Steden:
"En of ik genoten heb! Ongelooflijk wat Henk Angenent en Jenita Smit heben gepresteerd. Ik vind het schitterend. Ze zijn toch groot geworden door de Elfstedentocht hè. Als je die wint, zoals Henk, dan sta je op de kaart. Maar waar dit ineens vandaan komt? De langebaanschaatsers mogen zich achter de oren krabben. Het lijkt er toch op dat Henk alle trainers in de hoek zet. Zo van: jullie hebben het niet goed gedaan. Of het stand houdt, is de vraag, maar na de prestaties van Gretha Smit in Salt Lake City is er natuurlijk geen sprake meer van een incident. Maar goed, blijkt maar weer welke stimulans de Elfstedentocht heeft op het schaatsen. Wanneer de volgende is? Op 30 januari. Noteert u maar: It giet oan."

Shirley Timmermans uit Made, voormalig voorzitter van de voormalige Gianni Romme-fanclub:
"Of we nog spruitjes lusten? Ja natuurlijk. Ik ben er helemaal gek van. Ik gun het Henk Angenent van harte. Hij heeft er keihard voor gewerkt. Dat de fanclub niet meer bestaat, heeft niets te maken met mijn belangstelling voor de sport. Ik ben nog altijd een hele grote fan van het schaatsen in het algemeen en van Gianni in het bijzonder."

Jan Maarten Heideman (Oldebroek): "Vorig jaar wist ik zeker dat ik nooit meer op de langebaan zou rijden, nu ben ik er niet meer zo zeker van. Ik ben best wel nieuwsgierig geworden welke tijd ik nu zou neerzetten. Eens zien of dat er ook werkelijk van komt. Overigens vind ik het wel klasse wat Angenent heeft gedaan. Hij heeft me er zelfs toe gebracht dat ik voor het eerst van mijn leven thuis ben gebleven voor een langebaanwedstrijd."

Peter de Vries (Oranjewoud): 'Ik ben van oorsprong een langebaanrijder, maar na een auto-ongeluk is mijn loopbaan vroeg afgebroken. Daarna heb ik nog wel eens meegedaan aan een NK. Werd ik twaalfde op de vijf kilometer, maar ik vond er geen bevrediging in. Henk Gemser heeft me daarna op de marathon gewezen. Overigens fungeerde ik in de bewuste vijf kilometer van Angenent in Heerenveen als tegenstander. Ik reed 7.09 en was ontevreden. Ik zal niet weer aan de langebaan beginnen."

Ruud Borst (St. Nicolaasga): "Ik heb vroeger al langebaan gereden, werd nog eens achtste op het NK allround, maar ben acht jaar terug gestopt. Ik kwam simpelweg te kort. Nu zou ik het beter doen, daar ben ik van overtuigd. Dat persoonlijk record op de tien kilometer kan ook scherper. Maar ik voel niet de behoefte om het te proberen. Eerst maar eens goed rijden op de marathon, dan heb ik lol genoeg."

Patrick Schmitz (Alkmaar): "Op zich vind ik de langebaan wel leuk. Ik heb het ook een hele tijd gedaan, maar het werd me duidelijk dat ik geen topper was. Daarna heb ik echt gekozen voor de marathon en de langebaan is een afgesloten hoofdstuk. En wie weet komt het er ooit nog wel eens van. Misschien aan het einde van het seizoen, vrijblijvend, zonder er verder consequenties aan te verbinden. Maar ja, misschien heeft Angenent dat in eerste instantie ook wel gedacht."

André Klompmaker: "Heb je mij wel eens zien schaatsen? Als ze dat op televisie moeten uitzenden zetten ze na een paar minuten het beeld op zwart.Ik doe verschrikkelijk mijn best maar het ziet er gewoon niet uit. Nee, geef mij maar een marathon. Man tegen man en je weet gelijk wie er gewonnen heeft. Ik heb wel respect voor de prestatie van Angenent. Je moet niet vergeten dat hij zaterdag ook nog even een marathon heeft gereden.

Arjan Smit
: "Ik denk niet dat langebaanschaatsen voor mij is weggelegd. Dat zou mij eerst twee, drie jaar voorbereiding kosten. Dat doe ik er niet zo even tussendoor. Ik ben gewoon een ander type rijder. Want je moet wel 25 rondjes in je uppie hard tempo kunnen rijden. Ik kom gewoon snelheid te kort. Het enige wat ik heb is een goede eindsprint. Ik zou misschien meer aanleg voor de 500 meter hebben. Maar dat is helemaal wat anders. Ik vind het bijzonder knap wat Angenent heeft gedaan. Ik denk dat rijders als Michaud en Heideman het ook wel zouden kunnen."

René Ruitenberg:"Ik heb nog nooit van mijn leven een 5 of 10 kilometer gereden. Eerlijk gezegd zou ik het nu wel een keertje willen proberen. Dat kan goed binnen de DSB-ploeg. De jongens van de langebaan trainen regelmatig in Thialf. We willen nu afspreken dat we dan ook een keer van de partij zullen zijn. Om mee te trainen, maar misschien ook wel om als proef een keertje een 10 kilometer te rijden. Dat kan sowieso geen kwaad voor je techniek. Ik denk dat er wel meer marathon-jongens goed uit de voeten kunnen op de 10 kilometer. Maar op supersnel ijs zal het toch moeilijk worden om de echte specialisten bij te houden. Jongens als Romme, De Jong, Verheijen en Uytdehaage hebben volgens mij toch iets extra‘s als het er echt op aankomt. Maar Angenent heeft een interessante ontwikkeling in gang gezet, vind ik."

08-11-02


www.MARATHONSCHAATSEN.nl